Tg Maastricht belooft een actuele enscenering van Timon van Athene te brengen. Het stuk van William Shakespeare over een zeer vrijgevige man die dus veel vrienden heeft. Hij komt echter zelf in financiële moeilijkheden, vraagt hulp, maar iedereen wijst hem af, en de senaat weigert te helpen.

Hij trekt zich terug in het woud tussen de wilde dieren, want die zijn beter dan mensen. Hij vindt goud, en iedereen wil weer zijn vriend zijn. Maar hij zint op een allesverwoestende wraak. Daartussendoor krijgen we ook de commentaren en het verhaal van Alcibiades, de legerofficier die zich wil wreken op het vonnis dat de senaat over hem heeft uitgesproken. In de plannen om Athene te verwoesten vindt hij in Timon een bondgenoot.

Regisseur Arie de Mol heeft het stuk episch herwerkt naar deze tijd en er een allegorie van gemaakt. Timon is Griekenland zelf, zijn vrienden zijn de Europese toeristen die er graag vertoeven, graag dansen en profiteren van de gastvrijheid en de cultuur.  Het zijn ook de Europese landen die Griekenland in de steek laten als dat land in moeilijkheden komt. De senaat is Europa dat onder de klanken van ‘Alle Menschen werden Brüder’ vergadert en met mooie woorden het land onder druk zet. Een beetje kort door de bocht misschien, maar kom, waarom niet.

De enscenering is natuurlijk ook niet zo rechtlijnig, maar de onderliggende menselijke tekortkomingen, de mengeling van goed en kwaad in elk mens, die in de tekst van Shakespeare naar boven komen, krijgen in deze bewerking te weinig de kans om te worden gehoord. De nuanceringen in de gedeclameerde verzen (nog in de vertaling van Willy Courtaux) met  welluidende metaforen en rake quotes gaan veelal verloren door het geschreeuw van Rogier in ’t Hout als Timon.

De voorstelling begon veelbelovend: een zonnig terras, vrolijke muziek, een gepaste sfeerschepping, en gefilosofeer over vriendschap.  De vrienden van Timon zijn geen uitgesproken karakters, maar wel als types herkenbaar, en dat brengen de spelers vlotjes. Er zijn leuke vondsten in het decor, zoals de plotse verschijning van een schilderij en later de olie (zwart goud) spuitende fontein. Er zijn de nodige humoristische momenten, er zijn vaak sfeervolle muzikale omlijstingen (live gebracht door Ruud van der Pluijm) maar zodra Timon doorheeft hoe slecht zijn vrienden zijn, verheft hij zijn stem, en blijft hij constant op die manier zijn tekst ratelen. Veel herhalingen en een gebrek aan differentiëring in zijn spel maken het er niet beter op.

Was het beginbeeld speels, het eindbeeld raakt door zijn ingetogenheid. Timon heeft zelfmoord gepleegd (en zwijgt dus). Alcibiades zet op de klanken van Griekse rebetika-muziek een danspasje in, dat overgenomen wordt door de andere spelers. Heel rustig, bijna sacraal. Een zelfs ontroerend eindbeeld is het, en dan vraag je je af waarom de rest van de voorstelling zo vlak van enscenering moest zijn.

( foto: Ben van Duin)