De kleine vrouw in het zwart spreekt in een warm, laag stemregister. Ze vertelt over haar jeugd en haar moeder. Ze blijkt op een krant te werken en over een eindeloos geheugen te beschikken. Sammie heet ze. Ze is een ‘fenomeen’, interessant genoeg om door artsen te worden onderzocht en bestudeerd.

Een van die artsen doet een test. Hij citeert de openingszin uit Dante’s Inferno: ‘Juist midden op de reistocht van ons leven / zag ik mij in een donker woud verloren / daar ik van het goede pad was afgeweken.’ Maar dan in de Italiaanse volkstaal van begin veertiende eeuw, de taal waarin Dante schreef. Sammie moet de tekst memoriseren en ze doet dat feilloos. Ze legt uit hoe haar geheugen op zulke momenten werkt. Woorden worden cijfers, halve zinnen worden een dikke dame, of een geur, een vergezicht, een kleur, een jeugdherinnering. Sammie’s geheugen maakt verbindingen tussen waarnemingen en zintuigelijke ervaringen. Over die kronkels in het menselijk brein gaat de nieuwste voorstelling van Peter Brook (1925), in samenwerking met Marie-Hélène Estienne, waarvan de titel vrij vertaald ‘de vallei van de verbazing’ is.

Sammie, het geheugenwonder, gaat in die toneelvoorstelling het theater in, als speciaal ‘nummer’ in een Magic Show. In het middendeel van de zeventig minuten durende theateravond bouwen de actrice Kathryn Hunter en de acteurs Marcello Magni en Jarred McNeill een kleine show met vernuftige kaarttruuks waarin het publiek meespeelt. Maar het geheugenvernuft wordt voor Sammie een te zware last. Haar unieke capaciteit is een kwelling, de speelsheid is weg. Ze is bang dat het jongleren met ezelsbruggetjes en herinneringen op den duur haar hersens zal aantasten. Ze zou haar geheugen het liefst schoon en leeg maken. Ze wil leren alles te vergeten. Dat levert een ontroerend mooie scène op, waarin de herinneringen letterlijk worden verbrand.

Peter Brook is al lang gefascineerd door wat zich in de kelders van het menselijk brein  afspeelt. Ruim tien jaar geleden maakte hij daarover de productie L’homme qui … (in datzelfde jaar ook naar het Holland Festival gehaald), op basis van de neurologische case-studies van Oliver Sachs die verschenen onder de titel De man die zijn vrouw voor een hoed hield, over fysieke problemen die ontstaan door hersenbeschadigingen. Echo’s van die voorstelling en van andere producties die Brook met zijn toneelspelers ontwikkelde over herinneren, keren hier thematisch terug.

Net als alle grote kunstenaars vertelt Peter Brook steeds hetzelfde verhaal: met elke stap die we zetten in de wereld die we menen te kennen, belanden we dieper in het gebied van het onbekende, het mysterie van onze adem, ‘het geheim van de regendruppel’ zoals een van de toneelspelers het in The valley of astonishment benoemt. Wanneer de voorstelling dat punt van bijna-verzadiging heeft bereikt, spreekt bij Brook alleen nog maar de muziek. De laatste adem van deze ragfijne toneelavond is die van fluitist Toshi Tsuchitori, een minutenlang durend, ijl en woordloos klankdicht. Daarna is het stil. En wordt het weer donker om ons heen.

Foto: Pascal Victor ArtComArt

[sterren toegekend door de redactie]