Een schoolplein en de aula van de VMBO-school op Midsland: niet een locatie waaraan je onmiddellijk denkt op Oerol, waar voorstellingen vaak de open natuur als speelplek hebben. Toch heeft het Nationale Toneel/NTjong hier de juiste entourage gevonden voor de voorstelling The Summer of ’96. De acteurs kondigen buiten aan wat zich binnen gaat afspelen, een fijne toneelspelerstruc. In 1996 waren deze zes spelers scholieren. De Cito toets als objectieve meting van de schoolprestaties deed zijn intrede, en die verdeelt de leerlingen: het onderscheid tussen havo, mavo en vwo is dwingend en onontkoombaar.

Mooi zijn de episodes waarin de spelers terugblikken op dat jaar 1996, toen Wim Kok minister-president was en  Clinton de baas van Amerika. Tal van historische feiten komen voorbij, waarbij de toeschouwer meegaat op tijdreis met de acteurs. Spreekstalmeester Sanne den Hartogh introduceert vijf acteurs: een heeft ruzie met juf Joke, een ander leeft in het heden en een derde is stedenbouwkundige. Hilarisch roerend is de monoloog over hoe we ons later het heden zullen herinneren.

Plaats van handeling is de groeikern Maarssenbroek, een plaats die we uitgebeeld zien als een opeenstapeling van kinderspeelgoed, met auto’s, plastic wegen en plastic huizen. Treffend memoreert de stedenbouwkundige dat juist stedelijke bebouwing met gescheiden wegen, fietspaden en wandelpaden agressie uitlokt.

Binnen, in de aula gaat de voorstelling verder, als een feestelijk en soms rommelig verlopend schoolcabaret met een bruiloft en enerverende vertellingen over de schooljaren. Regisseur Casper Vandeputte weet met zijn spelers Sadettin Kirmiziyüz, Judith Noyons, Mingus Dagelet, Hannah Boer en William Bakker als muzikant treffend de scholierentijd weer te geven. Het verloopt soms chaotisch, maar dat is welbewust en Den Hartogh weet de lijnen goed in de hand te houden. Bij scholierencabaret hoort een verkleedpartij. Niet ver van Maarssenbroek ligt een bos dat gekapt dreigt te worden. De scholieren verkleden zich als dieren die hun ‘woning’ kwijtraken. Een vrolijk allegaartje van krokodil tot pauw blijkt plotseling in het bos te leven. De ouderwetse weergave van het bos met beschilderde coulissen en achterwand stemt bijna nostalgisch.

Dat is de teneur van de hele voorstelling The Summer of ’96: de jeugd blikt terug op vroeger en tegelijk leven ze in de toekomst. De tijden lopen door elkaar en de gelukzalige onbekommerdheid komt nooit meer terug. Het knappe ervan is dat de toeschouwers mee gaan met de spelers in hun eigen zoektocht naar de scholierentijd van toen. Dat is een extra geschenk dat we niet vaak in theater krijgen.

foto: Saris en Den Engelsman