Het is telkens een verrassing te zien hoe de leden van acteursgroep Wunderbaum nieuwe wegen in het theater zoeken, en vinden. Afgelopen seizoen bracht acteur Walter Bart een schitterende uitvoering van het geheime Amerikaanse verleden van zijn vader in Detroit dealers. Na deze individuele inzet komt de groep terug met een enerverende combinatie van sociologisch onderzoek en toneel. 

The new forest heet een nieuw, groots project waarin een utopische maatschappij vorm moet krijgen. In de eerste aflevering, toepasselijk Het begin genoemd, openen de vijf spelers met een frontale toespraak tot het publiek over oude waarden die onze samenleving bepalen. Even knap als subtiel komen alledaagse situaties aan de orde (‘Ik check altijd uit’) tot pijnlijke uitspraken, zoals: ‘Als iemand lang werkeloos is, dan denken we als snel dat hij het aan zichzelf heeft te wijten.’

Onderhuids racisme en confronterende overtuigingen komen en passant ter sprake, achteloos uitgesproken maar niet minder dramatisch. Het is een vorm die herinnert aan het befaamde Publikumsbeschimpfung (1966) van Peter Handke. De acteurs houden ons de spiegel van onze eigen maatschappij voor, een maatschappij die gladgestreken oogt maar vanbinnen verrot is. Bovendien een maatschappij waarvan wij, misschien tegen wil en dank, deel uitmaken.

Maar bij taal blijft het niet. De spelers hebben een cursus kickboksen gevolgd bij de Silent Dragon in Delft en dat laten ze zien. Ze moeten zich even ‘instoeien’. Slaan, bijten, elkaar pletten: het verbale geweld maakt plaats voor fysiek geweld. Na de klappen veren de spelers luchtig op en maken bevrijde danspasjes. In theatraal opzicht krijgt deze scène een beklemmende vormgeving: met kunstbloed kleuren de acteurslippen en spelersmonden felrood. Dat levert expressionistisch geladen beelden op.

Nu het verleden is afgeschud, krijgt het nieuwe een kans. De hoopvolle tijd van The new forest breekt aan. Het maatschappelijk heil is bereikt, de sociologie heeft haar werk gedaan en nieuwe wegen gewezen. Hooggespannen verwachtingen bij de toeschouwer, maar Walter Bart, Wine Dierickx, Matijs Jansen, Maartje Remmers en Marleen Scholten hebben een ander idee: een voor een komen ze op, in een carrousel van types, en stuk voor stuk zijn het losers die voor hun alcoholprobleem, hun overgewicht, hun hippieachtige gekte, hun geestelijk of mentaal isolement wonderen van The new forest verwachten. Elk karakter is een briljante casestudy van mensen in hun vastgelopen leven. Aandoenlijk, roerend, authentiek. Ironie neemt de overhand. Komt het er nog van, van die nieuwe tijden? Aan het slot schenkt de groep champagne om het architectonische ontwerp van de New forest-samenleving te vieren: de maquette staat op de speelvloer en de nieuwe maatschappij bevindt zich op het dak van het recent geopende, majestueuze Rotterdamse Centraal Station. Architectenbureau ZUS heeft de groep van inspiratie voorzien. In mei van dit jaar kunnen we de opening ervan verwachten.

Het getuigt van moed en groot theatraal inbeeldingsvermogen dat Wunderbaum van een thema als de vastgelopen, door en door sleetse Nederlandse maatschappij een boeiende en vooral fantasierijke voorstelling weet te maken. Dat is vooral te danken aan een open speelstijl, gericht op het publiek. De acteurs zijn vertellende instanties. Dat klinkt niet theatraal, eerder als een referaat. Maar dat laatste is allesbehalve het geval. The new forest is een waardevolle voorstelling waarvan het fijnzinnige, ingehouden engagement schuilt in de scherpzinnige keuze van details en een stijlvolle toon van bezorgdheid over de toekomst van… de wereld, vooruit dan maar, toch nog een groot woord.

(foto: Fred Debrock)