Het dak ging eraf tijdens het applaus na de premiere van Purcells The Fairy Queen in Enschede. En terecht, want de Nationale Reisopera en muziektheaterensemble de Veenfabriek gingen voor goud met een verpletterende voorstelling.

Een enscenering die met geen andere te vergelijken is, die bol staat van de creativiteit en die de toeschouwer drieënhalf uur lang meeneemt in de ongebreidelde fantasiewereld van regisseur Paul Koek. Deze Fairy Queen laat zien wat voor moois er kan gebeuren wanneer gezelschappen samenwerking zoeken. De synergie tussen de theatrale kracht van de Veenfabriek en de muzikale bagage van de Reisopera resulteerde in een fascinerend en kleurrijk spektakel dat je gezien en gehoord moet hebben.

Purcells Fairy Queen is eigenlijk geen opera, het is een mengvorm van theater, dans en muzikale nummers waarbij het geheel losjes is gebaseerd op Shakespeares A midsummer night’s dream. Het valt nog het best te typeren als een soort musical van de zeventiende eeuw waarin een stel mensenkinderen in een bos ronddwaalt en door Oberon en Titania op het pad van de liefde wordt geleid.

Voor Koek is het een verhaal over de kracht van de liefde die ons zielsgelukkig, maar ook doodongelukkig kan maken. Het is een verhaal over de zoektocht naar ordening en structuur in een samenleving vol regels en over het verlangen van elke jonge generatie om een nieuwe en betere wereld te scheppen.

Koek zoekt de harmonie in de chaos. Daarom ligt het podium aanvankelijk bezaaid met tweedehands spullen. Het is een nachtmerrie-achtige droomwereld waarin het onwerkelijke werkelijk wordt. Daarom hangt er een huisje op zijn kop en bewegen alle personages als zombies over het toneel. Het is een grote ministry of silly walks. Er wordt fenomenaal geacteerd door de Veenfabriek-acteurs en uitstekend gezongen door zangers als Bernadetta Astari, Nicholas Crawley en Dave ten Kate. Er wordt op het scherpst van de snede en met ongelooflijk veel pit gemusiceerd door Combattimento en Concensus Vocalis onder leiding van de jonge en tot nog toe onbekende dirigent Manoj Kamps.

Reisopera en Veenfabriek zijn er samen in geslaagd om nieuw gezicht te geven aan een oud, toch wat sleets geraakt werk. Ze hebben het op creatieve en ongeëvenaarde wijze gemoderniseerd met behoud van het oorspronkelijke karakter. Zelfs de vele symbolische allegorieën kregen een nieuwe look and feel en alles (muziek, theater en dans) grijpt op sublieme wijze in elkaar. Hier maak je als criticus een diepe buiging voor.

Foto: Leo van Velzen