Opera Spanga heeft de weilanden van Ooststellingwerf eenmalig vervangen door een bostheater tijdens het Oranjewoud Festival bij Heerenveen. De weidsheid van het land is verruild voor de intimiteit van het beukenbos. Hier brengt regisseur Corina van Eijk met de Amerikaanse librettist Jonathan Levi een verregaande bewerking van Mozarts opera Die Zauberflöte (1791).

De muziek is van componist Floris van Bergeijk. Hoe vernuftig en soms verrassend nieuw deze versie ook is – die terecht The Electric Flute heet – voor operaliefhebbers pur sang is een waarschuwing gepast: de overeenkomsten qua muziek en libretto zijn gering.

Zoals altijd bij Opera Spanga speelt beeldtaal een cruciale rol. Een reusachtig projectiescherm, opgesteld in een halve boog, neemt de toeschouwer mee naar een bonte wereld waarin Wenen, Washington DC en het Capitool, verleidelijke meisjes en auto’s een belangrijke rol spelen. In het openingsbeeld zien we portretten van de familie Mozart, van fluitist Thijs van Leer en van de legendarische popband Jetho Tull (met dwarsfluitist Ian Anderson). Hiermee geven zowel de regie als de componist hun antecedenten en inspiratiebronnen prijs. Voeg daarbij reminiscenties aan Saturday Night Fever van John Travolta, muziek van Frank Zappa, het werk van David Lynch en de film Pulp Fiction, en u, toeschouwer, komt terecht in een wonderlijk eclectische wereld waarin het wemelt van de stijlcitaten.

De voorstelling opent met de nachtmerrie van Tamino (Mark Roy Luykx). Erotische dromen achtervolgen hem en hij wordt op zijn wenken bediend door drie Ladies uit de Queenie’s Club. Zij weten al zijn amoureuze verlangens te stillen. In diezelfde club komt Papageno (Emmanuel Franco) terecht. Langzaam komt de waarheid aan het licht dat het beeldschone meisje Pamina, de dochter van eigenaresse Queenie, is ontvoerd. Dit nachtmerrieachtige gegeven vormt de leidraad voor een grillig en bizar verhaal.

De rol van Pamina krijgt een fraaie vertolking van de Franse sopraan Sandrine Buendia. Haar vader Sarastro is de Amerikaanse president die heerst in het Capitool,  gezongen door Florian Just. In Queenie (Vivianne van den Boom), de moeder van Pamina, herkennen de we fameuze Koningin van de Nacht. Haar al even fameuze wraakaria’s krijgen we niet te horen, wel een veel ingetogener aria ‘I sit each night just drinking Chablis’. Deze aria vormt een van de hoogtepunten van The Electric Flute.

De opera is als een road movie. Er rijden auto’s alom over het beeld en gefiguurzaagde auto’s glijden door het decor. Dat zorgt voor mooie momenten. De voorstelling wint aan veel punten door de oorspronkelijkheid en vaak ongrijpbaarheid van het script. Ook de muziek van Van Bergeijk met een soepele fusie van jazz, klassiek en pop draagt bij aan een bijzondere ervaring.

Het is verrassend mee te maken dat Opera Spanga telkens nieuwe wegen inslaat. Het gezelschap heeft het patent op het opnieuw ensceneren van meesterwerken, zoals Falstaff, Don Giovanni en Romeo en Julia in eerdere seizoenen. Ook de speelstijl van The Electric Flute is, net zoals de muziek, een mix van stijlen, waarin komedie en satire de boventoon voeren. En de regie beschikt over een uitstekende cast van zangers die ook nog eens het métier van acteren beheersen. Ondertussen zijn we in de hedendaagse tijd ver afgedwaald van de late achttiende eeuw, van Mozart en de magische fluit, maar dat hindert niet, ook heden ten dage zijn er overal magische fluiten in het liefdesverhaal tussen man en vrouw te vinden. En ja, ze vinden elkaar aan het slot, het fameuze tweetal Pamina en Tamino.