Twee vrouwen staan schuin achter elkaar, haast tegen elkaar aangeplakt. Ze lijken op elkaar. Maar de handen van danseres Judit Ruiz Onandi zijn het eerste wat opvalt. Verderop in de voorstelling, The Bold, the Bound and the Brittle van Jelena Kostić, zal Noëmi Wagner de gebaren en handbewegingen echoën, maar in dit eerste deel, in het halfdonker en met op de achtergrond zacht tweestemmige zang, werkt het als een pakkende openingszin. Vlug, clean, en van radeloos zoekend naar vastberaden sprekend drukken die handen, die als spinnen kriskras voor het lichaam langs bewegen, de paradox uit waar het de hele verdere voorstelling om draait: kwetsbaarheid is een kracht. Vanuit een diagonale beweging komen de twee danseressen los van elkaar en beginnen hun gevecht. Ze zoeken zichzelf.

Aan deze scène ging een proloog vooraf waarin drie vrouwen van buiten de dans in een korte toespraak vertellen over het moment waarop alles voor hen anders werd. Een bankierster, een zakenvrouw en een politica; ieder voor zich heeft moeten ervaren dat het pantser van harde zakelijkheid, wanneer het van je af valt, geen weke ziel blootlegt maar juist plaatsmaakt voor een kracht die dichter bij jezelf staat omdat die uitgaat van een kwaliteit die niet is aangemeten, maar juist aangeboren. En je juist daardoor zoveel sterker maakt. Het erkennen van de eigen kwetsbaarheid boort een onvermoede bron van energie aan.

De dans die volgt wordt steeds verder ontdaan van alle toevoegingen. Jelena Kostić, die vaak meer verhalend werk heeft gepresenteerd, brengt de dans hier ver terug naar de fysieke essentie. Die dansende, vertellende handen komen telkens terug. Er is geen decor, er zijn geen muzikanten op de vloer. Er zijn geen mannen ook. Er is muziek, een prachtige soundscape van Dyane Donck die schurend en haperend laveert tussen intieme zang en harde, rauw-industriële techno, maar die is niet leidend voor de beweging. Er zijn kostuums maar gaandeweg leggen de twee vrouwen op de vloer ook die af. Aanvankelijk beschroomd en bedekt, maar uitmondend in een vrijwel volledig ontkleed duet dat de voorstelling in haar geheel naar een hoger plan tilt door de onverwachte kracht en schoonheid ervan. Op het oog op hun kwetsbaarst laten de twee vrouwen zien waartoe een vrouwenlichaam in staat is. Een krachttoer die respect afdwingt.

Het is een staaltje hooghouden dat mij soms deed denken aan het acrobatiek-dansduet dat United Cowboys onlangs liet zien in Eeuwig idool, al was de uitwerking hier weer heel anders. Judit Ruiz Onandi is de ondervrouw die Noëmi Wagner laat ‘vliegen’. Wie nu precies gebruik maakt van wiens kracht wordt steeds moeilijker te onderscheiden. Wagner klimt, draait, glijdt en schuift om het lichaam van haar partner heen in een organische worsteling die het hele leven lijkt te belichamen. Alleen de voeten van Ruiz Onandi staan nog op de vloer, en hoe, ze is een rots. Het lijkt of de twee samen een persoon worden, een vrouw die van alles met zich mee torst, soms vol energie en dan weer zoekend naar een plek om alles af te leggen. Hier geen intieme blikken, geen verbond om samen te blijven, maar een besef dat ze bij elkaar horen en een fysiek zoeken naar een nieuwe balans. Net wat de drie vrouwen aan het begin in hun verhalen met ons deelden. Met dit verrassende duet laat The Bold, the Bound and the Brittle op overtuigende wijze zien wat Kostić en haar danseressen hebben toe te voegen aan het danslandschap.

Foto: Judith Zwikker