Bestaat er nog zoiets als vernieuwing in het theater anno 2013, of is alles al gedaan? De Australische kunstenaar Antony Hamilton vermengt beeldende kunst , of liever live performance, met videokunst, graffiti en muziek. The black project is een voorstelling die je op het puntje van je stoel doet zitten, kunst met overduidelijke wortels in ‘the land down under’.

Lauw was het applaus van het Groningse publiek. Was het verkeerd geïnformeerd? Vreemd, want in het algemeen is de Groningse toeschouwer zeer coulant. The black project 1 liet een verward publiek achter, precies zoals de voorstelling This is how I will dissappear van Gisèle Vienne dat deed in de Noorderzon-editie van 2010. Wellicht is performance-kunst een lastig genre voor een zomerfestival als Noorderzon. Maar dat deze voorstelling is geprogrammeerd getuigt ook van lef. Baanbrekende kunst en entertainend publieksvriendelijk theater, Noorderzon doet het allebei.

In een panoramisch en donker landschap liggen twee lichamen aanvankelijk bewegingsloos. Vage vlekken trekken door het apocalyptische beeld als schaduwen van wolken. Langzaam komen de twee tot leven, een vrouw en een man met een rugzak. Synchroon bewegen ze in een taal die bijna niet te beschrijven is. Enige referentie met de popping en locking van de hiphop is er wel, maar de term alleen voldoet niet. Het is een sensorische beweging, het is of hun lichamen continu onder stroom staan.

Lichaam, geluid en beeld zijn nauw met elkaar verbonden in The black project 1 en alles is, de titel zegt het al, zwart. Niet alleen het decorbeeld maar ook de kleding en de huid van de performers, Melanie Lane en Antony Hamilton zelf. Maar geleidelijk verandert het landschap door ingrepen van de twee; op de vloer ontstaan cirkels van krijt, de gezichten krijgen witte strepen, een spuitbus laat witte vlekken achter op de achterwand en uit de rugzak komen witte ballen tevoorschijn. In een ritmisch rituele beweging halen de dansers bovendien dunne zwarte strips van de achterwand en de vloer, waardoor een grillig wit lijnenspel ontstaat dat nog het meest doet denken aan de abstracte Aboriginal-kunst.

Alle handelingen zijn volledig geïntegreerd met de beweging, waardoor je als kijker volledig in de performance wordt gezogen. Ook de fantastische soundscape, die helemaal is afgestemd op de sfeer en de beweging, werkt mee aan die beleving. Aanvankelijk refereert het elektronische geluid aan grillig weer en zijn regen en onweer vaag te ontwaren. Later drijft de muziek sterker op de beat. Het koppel beweegt van rechts naar links en laat zijn sporen achter. Het is een adembenemende ervaring, duister maar ook hoopgevend in haar schoonheid.

Als de twee verdwenen zijn, neemt een stroboscopisch licht het ritme van het lichaam over. Onrustig flikkert het over delen van de set en creëert zo een monsterachtig beest. The black project 1 is een voorstelling die nog lang nasiddert, een om te herkauwen en nooit te vergeten. Een voorstelling die zich in je lichaam nestelt, zoals dromen dat kunnen en zintuiglijke herinneringen aan het verleden.

Foto: Dian McLeod