Verschillende voorstellingen achter elkaar zien is op Theaterfestival Boulevard niet zo makkelijk, de meeste overlappen elkaar. Maar gelukkig zijn er altijd nog de tentjes aan de rand van festivalplein de Parade, met meer dan voldoende kwaliteit om een mooi programma samen te stellen. Soms ontdek je een thema, zoals in de tentjesroute ‘Relaties’.

Een luchtig begin is de 3+voorstelling Thuis best van Lisenimke over twee molletjes en één huis. Deze voorstelling is een onderzoek, ze mag en zal nog groeien tijdens dit festival en later op 2 Turven Hoog, een festival speciaal voor de kleintjes. Maar de basis staat al heel aardig, gezien de geconcentreerde kindersnoetjes op de voorste rijen. Ze kijken van begin tot eind gebiologeerd naar deze minibiotoop.

Het huis waar alles om draait is een houten hoogslaperconstructie met worteltjes hangend aan het plafond en gras op het dak, met eromheen vrijwel niets aan decor behalve wat witte strepen op de vloer. Het ene molletje, een beetje een onhandig en schrikachtige type, wordt wakker, kijkt tevreden rond in zijn huisje en snuffelt aan de worteltjes. Een zwarte poppenspelersoutfit, twee brillen zonder glazen en een uitgesproken mimiek vormen de middelen van de speelster.

Als de bewoonster eropuit trekt, waarschijnlijk om wat pieren te zoeken, komt er een tweede molletje op de scène, de witte lijnen op de vloer volgend. Het molletje heeft een schemerlamp bij zich, is door het gangenstelsel onder de grond op zoek naar een huisje. Al snuffelend en alles van dichtbij bekijkend trekt de onderzoekende, nieuwsgierige mol nonchalant in het al bezette hol. Net als haar soortgenoot maakt ze daarbij genoeglijke geluidjes die op taal lijken maar niet verstaanbaar zijn.

En dan volgt natuurlijk de confrontatie. De nieuwkomer laat zich niet wegjagen, biedt een zoenoffer aan en krijgt na aandringen haar zin. Het nieuw gevonden huiselijk geluk wordt nog even verstoord, maar als molletje twee zich bijna doodschrikt van de grote gevaren in de wereld boven de grond, schiet haar nieuwe vriendje haar te hulp en komt alles toch goed.

In de tweede tentjesvoorstelling, Als je mij maar nooit vergeet van theatermaakster Kiki Jaski en muzikant/componist Jan Groenteman, komt alles ook goed. Tenminste, in het hoofd van optimist Jaski, die een ideale toekomst schetst voor haar en haar Groenteman: ze leven lang en gelukkig en gaan op hoge leeftijd samen dood. In werkelijkheid kan het natuurlijk heel anders gaan, dat gedroomde samen oud worden van het jonge stel. En dat wrijven ze hun publiek niet bepaald fijngevoelig onder de neus.

Jaski interviewde voor deze voorstelling ouderen over hun leven en het ouder worden, met een focus op hun relatie. Ze verwerkte wat ze hoorde in de voorstelling, in korte, vriendelijk vertelde anekdotes die vrijwel steeds een klap in je gezicht zijn, over misbruik bijvoorbeeld of over mensonterende dementie. Deze en andere verhalen komen ook terug in de vrolijk en catchy klinkende en in mooie harmonie gezongen, maar inhoudelijk cynische, soms zelfs sarcastische liedjes van Jan Groenteman.

De pittige liedjes en heftige mensenverhalen vormen een scherp contrast met Jaski’s sprookjesachtige beeld van haar eigen relatie met Groenteman, die vanzelfsprekend altijd liefdevol zal blijven, zelfs in de moeilijkste tijden. Als je ziet hoe deze jonge, fijne mensen naar elkaar kijken, zou je het nog geloven ook. De kans dat mensen uit het publiek later nog eens terugdenken aan Kiki Jaski en Jan Groenteman is best aanwezig. Dus mochten zij elkaar ooit vergeten, omdat het over en uit is gegaan of omdat een van de twee dement wordt, dan is er vast wel iemand anders die zich ze herinnert.

Bij de derde voorstelling in dit ‘relatiedrieluik’ voel je al heel snel: dit komt niet meer goed. Blues in boxes II, het tweede deel van een twaalfluik door het gezelschap De zon schijnt niet in uw tv, gaat over een gezamenlijk bestaan dat abrupt ophoudt omdat een vrouw op veel te jonge leeftijd sterft. Schrijfster Anna van der Kruis haalde haar inspiratie ervoor uit het fotoboek Sentimental journey van de Japanse kunstfotograaf Nobuyoshi Araki. Eerder verwerkte ze dat materiaal in een tekstloze voorstelling. Voor Boulevard ging ze weer op haar schrijfstoel zitten en schetste ze in de voor haar kenmerkende realistische taal de dode vrouw bij leven, gezien door de ogen van de man.’

Acteur Johan Vanderpol heeft alleen de woorden van Van der Kruis om zijn publiek te laten voelen hoeveel zij voor hem betekende. Het zeer bescheiden decor en de kale tekstbehandeling laten de toeschouwer alle ruimte om zijn eigen beeld van de vrouw en haar omgeving te scheppen. Toch zal waarschijnlijk iedereen haar interpreteren als een spontane, eigenzinnige vrouw met gevoel voor detail en een voorliefde voor de gewone mens en het gewone leven – een beetje zoals de schrijfster zelf. Dat blijkt namelijk uit elk klein verhaaltje over hun leven samen, dat hij meer in fijne details dan in grote lijnen vertelt. Wat je vooral beseft is dat hij haar enorm mist, ze was zijn alles.

De laatste scène voor het vrij abrupte einde is een flashback naar het moment van hun ontmoeting, lang geleden. Alsof hij wil zeggen: ik moet de tijd terugspoelen naar toen om opnieuw te kunnen beginnen. Het beste wat hij kan realiseren, is haar terughalen in zijn eigen herinnering en een herinnering aan haar meegeven aan het publiek.

Foto Jaski & Groenteman: Saris & den Engelsman