De toneelmeester is gehuld in donkergrijs, met een gebreid vest dat zijn bolle buik bedekt. Hij straalt rust uit, terwijl musici, acteurs en dansers zich door de coulissen haasten. Samen met twee jongere technici zorgt de nestor dat alles – daar aan de ‘achterkant’ van het toneel – op rolletjes loopt. Wanhopig probeert hij zijn collega’s bij de les te houden, want de ene duikt liever weg in een boek en de ander wil eigenlijk zélf in de schijnwerpers staan.

In Teatro Delusio geeft de Berlijnse theatergroep Familie Flöz een kijkje achter de schermen van een schouwburg. Dat doet het gezelschap in zijn typerende, zwijgende speelstijl met veel humor. De acteurs dragen maskers die qua vormgeving (Hajo Schüler) doen denken aan de commedia dell’arte, met opvallende neuzen en uitgehouwen rimpels. De starre gezichtsuitdrukkingen worden gecompenseerd met expressief acteren.

In zijn snelle slapstick-voorstelling laat regisseur Michael Vogel talloze typetjes opkomen en afgaan. Hij heeft hierbij gekozen voor stereotypen, zoals een nichterige choreograaf, een arrogante regisseur en voluptueuze diva. Allemaal gespeeld door drie acteurs, die zo razendsnel van rol wisselen dat je vermoedt dat het er eigenlijk veel meer zijn. Flöz heeft daarbij verrassende elementen in het decor verwerkt, waardoor acteurs opeens kunnen opduiken of juist weer verdwijnen.

De verhaallijntjes zijn simpel, maar worden behendig uitgerold. Teatro Delusio drijft op herkenbaarheid en de tomeloze energie van de acteurs, die hun rollen strak spelen. Als de toneelmeester een van de actrices het hof wil maken, kun je al raden dat hij het aflegt tegen die goed geklede acteur. Maar het blijft een vertederend tafereel, hoe hij wat onhandig in de coulissen staat met een roos. Even aandoenlijk zijn de scènes tussen de boekenwurm en een van de schuchtere danseresjes, die elkaar onhandig de liefde verklaren. Er worden zwaarden getrokken, en een pistool; er dwaalt een geest rond en jaloezie broeit. In Teatro Delusio is achter de schermen al zoveel theater, dat je je afvraagt wat er daar óp het toneel gebeurt.

Foto: Simona Boccedi