Molières Tartuffe (uit 1664) is een hypocriete schurk die met vrome praatjes een keurig huisgezin kapot maakt en van al zijn bezittingen berooft. Hij is zo gemeen dat ik al heel wat pogingen heb gezien hem te rehabiliteren. Zo zag regisseur Karst Woudstra hem niet als een schijnheilige katholiek, maar als een aantrekkelijk jongetje die een brave huisvader het hoofd op hol brengt. Peter de Baan maakte ooit van hem een enthousiaste winti-priester. Ik heb hem ook als spirituele geestelijk leider gezien en als moderne goeroe, maar al die pogingen bleven ergens halfweg steken, want hij bleef toch als alles gezegd is een gemene boef. Beter beviel me de radicaal slechte Tartuffe van regisseur Dirk Tanghe: een mooie, naakte Christus-figuur die zich spiegelt in zijn eigen ijdelheid. Het stuk was plotseling weer oprecht blasfemisch geworden. 

Nu regisseert de Bulgaarse, in Duitsland werkende Dimiter Gotscheff Tartuffe ‘naar Molière’, met een combinatie van acteurs van Toneelgroep Amsterdam en NTGent. Hij slaagt er behoorlijk goed in de moraal van het verhaal volledig op zijn kop te zetten. Tartuffe is hier een revolutionair die volkomen terecht een puisssant rijke bankdirecteur van zijn bezit berooft, vast en zeker om het daarna aan de armen te geven.

Om dat klaar te spelen heeft Gotscheff heel wat kunstgrepen moeten toepassen. Hij heeft veel tekst van Molière geschrapt en daar andere passages voor in de plaats gezet: mooie, sociale spreuken uit de Bijbel en veel woedende taal van Heiner Müller. Op zich iets om dankbaar voor te zijn. Heiner Müller is een van de sleutelfiguren uit het twintigste-eeuwse toneel, in Nederland is hij altijd slecht begrepen en nu lijkt het wel of hij helemaal is vergeten. In Bulgarije houden theatermakers hem wel in ere.

Maar er zijn in deze Tartuffe ook kinderliedjes en triviale spreekwoorden en cliché’s. Het stuk begint met een volkomen leeg toneel (scenografie, of het ontbreken daarvan: Katrin Brack). Frieda Pittoors als de meid Dorine is een huisslaaf, die haar meester dient en intussen afgeeft op alles wat vreemd is. Zij is hilarisch en weet deze zaal zelfs kinderliedjes te laten meezingen. Daarna komt de familie van Orgon tevoorschijn en gaat als bij een picknick op de kale grond zitten. Op een gebaar van Orgon (de dikbuikige, hier stemmig geklede Wim Opbrouck) schieten zes kanonnen bergen confetti af en vallen er lange, kleurige serpentines naar beneden. Een prachtig effect: een heftige regen van kleurige papiertjes, waar Joke Emmers, die een klein, debiel meisje speelt, ontroerend blij doorheen danst. Al die bergen snippers blijven de rest van het stuk liggen, tot ze ruw worden weggeveegd.

Dat is een geweldig begin en zo gaat het nog even door. Koen de Sutter is een rustige, ernstige Tartuffe, die geen vrome praatjes afsteekt maar een maatschappijkritische tekst over de honger in de wereld die volgens hem volstrekt onnodig is. Maar dan moet toch, in fragmenten, iets met de tekst van Molière worden gedaan en vond ik het minder spannend. Hoewel soms toch zeer grappig, met een Orgon die tot verbijstering van zijn familie steeds verder wordt uitgekleed .

De scène waarin Tartuffe Elmire, de wat ordinaire tweede vrouw van Orgon, tracht te verleiden vindt hier in alle openheid plaats, totdat Katelijne Verbeke als Elmire uitbarst in de tekst van Ophelia/Elektra/Ulrike Meinhof uit de Hamletmachine van Heiner Müller: ‘Als zij met vleesmessen door uw slaapkamers gaat, zult u de waarheid weten.’ Dan weigert zij verder mee te doen met het stuk en sluit ze zich in feite vrijwillig bij de opstand van Tartuffe aan. De pafferige Orgon en zijn verwende kinderen hebben het nakijken. Voor het eerst van de vele keren dat ik dit stuk heb gezien dacht ik daarbij: lekker goed, eigen schuld!

Een interessante, bij vlagen geniale, goed gespeelde, prachtig uitziende voorstelling die me zal bijblijven. Om eerlijk te zijn: onder het kijken vond ik het niet steeds allemaal zo geweldig, maar achteraf wordt wat ik heb gezien in mijn hoofd alsmaar beter en interessanter.