Een modern sprookje, zo kun je Michel van der Aa’s opera Sunken garden nog het best typeren. Van der Aa’s jongste, de eerste 3D-opera uit de geschiedenis, beleefde kort geleden de wereldpremière in Londen. Nu was in het kader van het Holland Festival Amsterdam aan de beurt.

Een modern sprookje dus, met een boze heks die zielen verzamelt in een verzonken tuin die haar eeuwig leven geven. Met een goede fee die haar plannen dwarsboomt en min of meer een happy end waarin het aardse prevaleert boven het hemelse en het leven boven de dood.

Zoals in al het werk van Van der Aa, een van de boegbeelden van de jonge generatie Nederlandse componisten, is er in Sunken garden weer sprake van een intrigerende mengeling van film en muziek. Dit keer gaat Van der Aa wel heel erg ver. Wanneer de hoofdpersoon (Toby) de verzonken tuin binnengaat mag het publiek de 3D-bril opzetten die het bij binnenkomst in de zaal meekreeg en ontvouwt zich een fascinerende driedimensionale bloementuin. Dat is meteen de zwakte en de kracht van het werk. Het toevoegen van een extra dimensie aan de opera kan iets nieuws bieden, het schept zelfs ongekende mogelijkheden, zoals van der Aa met zangers in 3D laat zien. Toch komt het in Sunken garden niet veel verder dan een oppervlakkig effect.

Aan de opera zelf rammelt te veel. Het libretto van bestseller-auteur David Mitchell is niet slecht, maar wel lastig zingbaar en weinig muzikaal. Het is jammer dat Van der Aa altijd alles in eigen hand wil houden. Deze opera zou met een goede toneel- of operaregisseur veel winnen. Nu bleef de enscenering vlak, kenden de karakters weinig profilering en gleed met name het eerste deel spanningsloos voorbij.

Van der Aa is een begenadigd componist die er, met dank aan zijn leermeester Louis Andriessen, een vrij directe, stevige en caleidoscopische ‘sound’ op na houdt waarin ook uitstapjes naar popmuziek niet worden geschuwd. Beukende ritmes, melodieuze aria’s, elektronische klanken en een kleurrijk orkestpalet: Van der Aa wist het allemaal samen te smeden tot een organisch en vaak buitengewoon interessant en welluidend geheel. Een partituur die door Amsterdam Sinfonietta en solisten, onder leiding van dirigent André de Ridder, op uitstekende wijze werd uitgevoerd.