While we strive, de nieuwste voorstelling van Arno Schuitemaker, toont de wisselwerking tussen geluid en beweging. Dat levert een intense en zintuiglijk ervaring op, die reist langs vele associaties. Met zijn fascinatie voor de neurowetenschap heeft Schuitemaker een ingang gevonden naar een treffende en veelzeggende bewegingstaal.

Was zijn voorstelling I is an other vooral een mentaal onderzoek naar de relatie tussen choreograaf en danser (ik en de ander), met While we strive neemt Schuitemaker zijn publiek volledig mee in een zowel fysieke als esthetische ervaring. Het is zijn sterkste voorstelling tot nu toe. Weinig pretentieus vangt de voorstelling aan. We maken kennis met drie dansers, die een voor een verschijnen op het toneel. Het publiekslicht is dan nog aan. In hun handen hebben ze ieder een bluetooth-minispeaker, waar een ruisend geluid uit komt. Een geluid dat de dansers kunnen manipuleren door de speaker te bewegen of door de speaker met de andere hand deels of volledig af te dekken.

In een speels en ritmisch onderling spel tussen de dansers worden we getuigen van al die mogelijkheden en zo kan het zijn dat de drie het geluid van een vertrekkend vliegtuig nabootsen door tegelijkertijd hun hand weg te schuiven van de speakers. Langzaam wordt het spelletje met de speaker losgelaten en krijgen de bewegingen van de dansers een zekere orde.

Dan plots verandert de ruimte en staan de dansers, door een stevige lichtwisseling, in de schaduw. Een streep wit licht markeert het achtertoneel en een hevig ruisend geluid op de achtergrond domineert de sfeer. We worden meegenomen in de hypnotiserende beweging van de dansers, die hun hele lichaam intens bewegen met steeds de nadruk op een ander lichaamsdeel.

Als kijker kun je die transities uitstekend volgen. Dat geldt ook voor de tegenritmes die de dansers ten opzichte van elkaars beweging creëren. Zo ontstaat een soort van levende machine. Die associatie wordt nog sterker als het geluid transformeert en een hamerende a-ritmische sound de ruimte langzaam vult. Associaties met de industrialisatie dienen zich aan. Wonderlijk met hoe weinig middelen deze intensiteit gecreëerd wordt. Voortreffelijk is de bijdrage van componist Massimo Vervici, die verschillende geluidsbronnen inzet en zo sound en beweging volledig laat versmelten.

Het a-ritische geluid transformeert in een beat tot een plotse lichtingreep (een sterk ontwerp van Ellen Knops) een nieuw moment markeert en we na alle industriële hevigheid plots in een groene oase van rust belanden. Uit de boxjes komt een zachte briesende wind, een geluid dat zich verplaatst als de dansers de minispeakers uiteindelijk op de grond achterlaten.

Dat had ook het einde kunnen zijn van While we strive, maar Schuitemaker zet niet alleen de sensationele ervaring centraal en herhaalt de cyclus nog een keer. Die tweede loop start met meer fysiek contact tussen de dansers, die verkleefd aan elkaar in een dunne streep groen licht bewegen. De nieuwe cyclus kent meer nuance en minder heftigheid en toont de kijker daardoor vooral het mechanisme. Het is mede dankzij de sterke cast van dansers, Mitchell-lee van Rooij, Marjolein Vogels en Ivan Ugrin, dat While we strive ondanks de herhaling blijft boeien tot het eind.

Lang nam Schuitemaker tijd voor onderzoek. Hij stortte zich op de neurowetenschap en zette het produceren van voorstellingen even uit zijn hoofd. Die beslissing werpt nu zijn vruchten af. Uit het onderzoek destilleerde hij een zintuiglijke bewegingstaal die tot de verbeelding spreekt. Ook verzamelde hij een sterk artistiek team om zich heen. Al ligt er nog een residentie bij ICKamsterdam in het verschiet, Schuitemaker lijkt zijn draai te hebben gevonden.

Foto: Jochem Jurgens