Ook al is het een hele zit, de voorstelling duurt geen minuut te lang. Na vierenhalf uur ben je van Nina en de mannen die haar omringen gaan houden, ook al zijn ze soms onuitstaanbaar. We volgen Nina, een jonge vrouw in het Amerika van de jaren twintig die haar geliefde Gordon vroeg verloor in de Eerste Wereldoorlog, wat haar hele verdere leven zal bepalen. Ze trouwt met Sam, maar houdt niet echt van hem. Wel houdt ze af en toe van Ned en heeft ze een sterke hang naar Charlie die vooral een vaderrol voor haar vervult.

Strange interlude dateert van eind jaren twintig en is eigenlijk nog steeds een eigentijds verhaal. Het wordt gezien als het magnum opus van Eugene O’Neill  en draait om een vrouw die haar eigen levensweg bepaalt wat destijds zeer ongewoon was. In die zin is O’Neill absoluut schatplichtig aan Ibsens Nora. Het is dan ook niet toevallig dat O’Neill zijn hoofdpersoon Nina noemde.

Vier mannen bepalen Nina’s leven. Om te beginnen is dat Gordon die sneuvelt op het slagveld tijdens de Eerste Wereldoorlog. Haar huwelijk met Sam, vrij snel na Gordons dood als ze haar zenuwinzinking nog niet te boven is, wordt vooral ingegeven door een kinderwens. Na de nodige verwikkelingen krijgt Nina haar kind en noemt hem Gordon. Maar haar gevoelens voor  de carrièregerichte arts Ned Daryll blijven opspelen. Ook huisvriend Charlie die altijd een heimelijke liefde voor Nina heeft gehad, kan op haar warme belangstelling rekenen, zij het dat ze voor hem geen amoureuze gevoelens koestert.

De kracht van O’Neills toneelstuk zit in de fraaie dialogen en de mooie beschrijving van de ontwikkeling van de personages. We leren hen goed kennen, vooral dankzij de vele monologues intérieur waarin iedereen zijn onuitgesproken gedachten uit. Voortdurend wisselen de dialogen deze monologen af, wat niet alleen vaak buitengewoon komisch is, maar waardoor ook elk personage sympathie wekt.

Johan Doesburg regisseerde Strange interlude tien jaar geleden in de kleine zaal en bouwde de productie probleemloos om voor de grote zaal. Hij concentreert zich daarbij op het acteren en dat werkt voortreffelijk, mede dankzij de sterke cast. Ariane Schluter kreeg er destijds de Theo d’Or voor. De vele emoties die zij doormaakt in de dertig jaar die we haar volgen als Nina speelt ze glansrijk en overtuigend. Ook Jappe Claes als Charlie is een plezier om naar te kijken, terwijl Mark Rietman nu eens niet larmoyant is, maar vooral mimisch zeer sterk en vooral grappig uit de hoek komt. Het maakt Strange interlude tot een waar acteerfeest.