De eerste seconden. Tony Neef blijkt geen Wim Sonneveld. Maar wie is dat wel, anders dan Sonneveld zelf? Dan nemen de liedjes en de muziek het over. Je hart springt op bij de herkenning van de eerste maten van een nieuw bekend liedje om vervolgens met een zachte landing neer te komen. Tony Neef blijft overeind. En komt er zeker mee weg. In de loop van de voorstelling worden de twijfelaars een voor een over de streep getrokken.

De vele liedjes zijn verweven met het levensverhaal van Wim Sonneveld. Een echt verhaal is het niet, eerder aaneengeregen situaties uit zijn leven. Die fragmenten lijken als functie te hebben zoveel mogelijk liedjes van Sonneveld in zijn carrière te plaatsen en op de een of andere manier te relateren met zijn leven en karakter. Dat is niet onaardig gedaan, al lijken ze er soms met de haren bijgesleept.

Leuk bedacht is het Moeder, er staat een vrijer voor de deur op het moment dat Sonneveld op het punt staat in Deurne bij de ouders van zijn nieuwe vriend op bezoek te gaan. Bijna opera is het wanneer die relatie met zijn jongere vriend naast Sonnevelds al aanwezige vriend een plaats moet vinden in een driehoeksrelatie. Het door de drie mannen meerstemmig gezongen Je bent zo lief klinkt als cri de coeur eerder onheilspellend dan uitbundig. Hier is de voorstelling meer dan een gelegenheid om zo veel mogelijk Sonneveldliedjes te laten horen, en wordt geprobeerd met meerstemmige akkoorden onvolkomenheden, dissonanten en botsende loyaliteiten glad te strijken. Niets minder dan indrukwekkend.

De schildering van het tijdsbeeld van naoorlogs Nederland komt er bekaaid af. Daarvoor was er de televisieserie Moeder, ik wil bij de revue. Natuurlijk worden in de musical de nog bekende namen genoemd van Henk van der Meijden, Annie M.G. en Joop Doderer en duikt Simon Carmiggelt even op. Mariska van Kolck schittert in haar rol van Conny Stuart als de lieveling van het publiek. Die rol geeft een gezond, bijna moederlijk, tegenwicht tegenover de veeleisende Sonneveld. Mariska van Kolck brengt, soms net op tijd, de nodige lichtheid en het gesundes Volksempfinden in de voorstelling.

In de levensfragmenten komen de gedrevenheid en ongedurigheid van Sonneveld veelvuldig in beeld. Ook wordt het grote ongemak duidelijk dat Sonneveld had met relaties, het publiek en de pers; en zijn vrees om als een has been te worden weggezet. Waar die frustraties precies vandaan komen wordt niet duidelijk. Dat hoeft ook niet. Ze lieten zich nauwelijks bezweren. Niet door een flirten met de katholieke kerk, niet door veel, heel veel op te treden. Niet door zijn kop in het zand te steken. Er lijkt pas ontsnapping wanneer hij met de enkele, hem toegewijde intimi liedjes en optredens aan het voorbereiden is. Dan zijn er die bevrijdende lach en die dansjes, het pure plezier. En dat pure plezier werkt aanstekelijk. Niemand gaat zonder een glimlach op zijn gezicht en een liedje in zijn hoofd naar huis.

Foto: Roy Beusker