Een wel heel bonte verzameling ‘potsenmakers’ verzamelde zich met hun busje op het terrein van de Distilleerderij Nolet in Rotterdam. Zij begon om kwart over acht ’s ochtends aan de eerste voorstelling van de laatste dag van de Operadagen 2016. Een even kleurrijke als intrigerende buitenproductie onder de titel Songspiel, My Videoland.

Muziektheaterensemble de Veenfabriek en regisseur Paul Koek hebben inmiddels al heel wat geslaagde en originele producties op hun naam staan. Songspiel, My Videoland vormt daar geen uitzondering op. De voorstelling is levendig, bij vlagen humoristisch en kleurrijk en de toeschouwer wordt zo’n twee uur lang in spanning gehouden. Hoewel Koek onbeschaamd leentjebuur speelt bij het singspiel van Bertolt Brecht, hij citeert zelfs enkele keren uit de opera Mahagonny, staat deze productie geheel op eigen benen.

Veertien acteurs en een handvol muzikanten (bas, gitaar, slagwerk, trombone, altviool) nemen het publiek mee in een gedroomde film van een aantal kunstenaars met een verstandelijke beperking. Wat is normaal, wat is niet normaal? Voorzien wij de wereld om ons heen niet allemaal op onze eigen manier van betekenissen, of je nu verstandelijk beperkt bent of niet? Dat zijn de vragen die actrice en tekstschrijfster Elsa May Averill zichzelf stelde. In Songspiel, My Videoland dringt ze via associatief verhalen te vertellen door in de binnenwereld van de ‘normale’ en ‘niet-normale’ mens. De werelden beginnen halverwege zelfs in elkaar over te vloeien, zodat de verschillen niet meer duidelijk zijn. De associatieve teksten zijn zo sterk en poëtisch van aard dat je als toehoorder gekluisterd aan de lippen van de acteurs hangt.

Angst: dat is waar alles om draait. Angst voor de eenzaamheid op een reis naar het onbestemde, angst voor de wolven in het bos en angst voor vergetelheid. Die thema’s worden niet alleen theatraal krachtig verbeeld, maar komen ook tot uitdrukking in goed in het oor liggende liederen als ‘Wolfsong’, ‘Geel geel hart’ en ‘All the Houses are Yellow’. Het knappe van Koeks aanpak is dat de verstandelijk beperkte acteurs op gelijkwaardig niveau, maar binnen hun eigen mogelijkheden, als volwassen acteurs in de productie meedoen. Een paar gekleurde lappen en een tiental gekleurde parasols: meer heeft Koek niet nodig om zijn locatietheater te vervolmaken. Op Brechtiaanse wijze worden gesproken en gezongen teksten met elkaar afgewisseld, maar toch is de voorstelling niet gedateerd. Sterker nog: het is verfrissend muziektheater, gemaakt voor de straat, maar van hoog niveau.

Foto: Bowie Verschuuren