Yentl Schieman en Christine de Boer timmerden de laatste twee jaar, nadat ze zich tijdens het Amsterdams Kleinkunst Festival als winnaars in de kijker speelden, met grote ijver aan de weg. Dan dwing je af dat je het tij meekrijgt.

Dat gebeurde met het winnen van de Annie M.G. Schmidtprijs voor Ik heb een man gekend, een lied uit hun bescheiden debuutvoorstelling dat tot beste theaterlied van het seizoen werd uitgeroepen. Vervolgens werden Yentl en De Boer tv-geniek als vaste act van het cultuurprogramma Opium TV met elke week een nieuw lied, mooi harmonieus en loepzuiver gezongen.

Yentl en De Boer hebben zich in korte tijd het predikaat ‘zeer veelbelovend’ verworven. Dat schept verplichtingen. De snoepwinkel is gesloten heet hun nieuwe voorstelling en welbeschouwd is het hun éérste grote theatershow. Dat verklaart namelijk een aantal ‘oude’ liedjes die ze er in laten horen. Een op het eerste oor merkwaardige keuze voor een duo dat nieuwe liedjes uit de mouw lijkt te schudden en als parels aan een ketting rijgt. Maar nu ze volle, vaak uitverkochte zalen trekken willen ze prachtige succesnummers als Ik heb een man gekend en Heel lang geleden en als toegift Roze gitaar ook aan dat grote publiek laten horen.

Het nieuwe werk in De snoepwinkel, geregisseerd door Dick van den Toorn, doet er overigens nauwelijks voor onder. Humoristische kleine verhalen vertellen ze ermee, soms vertederend of een beetje eng, dan weer ironisch, smachtend als kleine meisjes, hopend op prinsen op witte paarden, verlangend naar de kindertijd toen alles nog een sprookje was. Mooi om te horen en mooi om te zien met hoeveel plezier ze staan te spelen.

Yentl en De Boer leven het liefst in een fantasywereld, vol met supermannen, sprookjesfiguren, elfjes, heksen en striphelden. Met donderwolkjes boven hun hoofd en bliksemschichten. Een ideale wereld, zonder muren en plafonds, zodat we elkaar allemaal kunnen zien en voelen en we nooit eenzaam zijn. Zoals het nog was toen ze kinderen waren. Het ergste dat ze toen kon overkomen was dat de snoep op was. Zodra ze zich even in de volwassenwereld begeven en daar een sprookje over zingen, wordt het een stuk grimmiger: ‘Ik wil een beetje macht, geld, ik wil een eigen leger en elk dag rood vlees!’

Maarrrrr.., als de dames niet zingen, zakt de voorstelling vaak naar een te middelmatig niveau, met onder meer een variant op Hans en Grietje en niet bijster originele zoete meisjesdingetjes, vrouwengebitch en publieksparticipatie. Die te lang worden gerekt en het tempo uit de voorstelling halen. Het contrast tussen het muzikale en veel gespeelde scènes zonder kop en staart, is wel erg groot in De snoepwinkel is gesloten.

Foto: Jaap Reedijk