Henry van Loon lijdt aan insomnia. Slapeloosheid dus. En terwijl de vele verschijningen van donker en schemer voorbij komen, ligt Henry te piekeren, te malen, komt hij in een roes en krijgt hij waanvoorstellingen.

Rond dat op waarheid berustende ongemak heeft Van Loon zijn derde voorstelling als cabaretier gemaakt. Sluimer is een verhaal met een kop en een staart en met – jawel! – een paar lekker gecomponeerde en gezongen liedjes. Aan rode draad en zang waagde de veelzijdige Brabantse comedian en acteur zich niet in zijn eerdere voorstellingen De Henry van Loon Entertainment Show en Electropis. Dat waren voorstellingen die alle kanten uit schoten. Zang bewaarde hij voor het gelegenheids-a capellagroepje Stanley en de Menzo’s.

Samenhang zit er nu dus wel in. En dat werkt. Sluimer gaat over de grenzen tussen waak en slaap, wanneer waan en werkelijkheid troebel in elkaar overlopen. Daar weet de theatermaker Van Loon een mooi spel van te maken met zijn publiek. Natuurlijk is de man die daar in zijn geruite pak staat behoorlijk geschift in zijn betoogjes en heeft hij een nogal maf wereldbeeld. Maar hij zingt ook over de kameleon in hemzelf, die zich aanpast aan zijn omgeving en zo alles wegstopt van zichzelf.

Wie heeft hem niet, die droom dat je op de vlucht bent en ineens kunt vliegen? In Van Loons versie spelen personages een rol die een normaal mens niet snel tegenkomt: ‘de bakfietsman’, de kutzooiman’, de Bonnetjesprikkergigant uit het Belgische Peer, Ernest de personal assistent met de scheve bek, en radio-dj Gerard Ekdom. Waanvoorstellingen kun je zo gek maken als je zelf wilt. En van Loon gaat eens helemaal los.

Hij vertelt over zijn carrière als internationaal topmodel en zijn fotoshoot met Claudia Schiffer voor de Lidl. En hoe hij een mop vertelt aan Tommy Hilfiger. Waarvan de veronderstelde grappige clou verloren gaat in wrede werkelijkheden. Geheel in de lijn van de voorstelling waarin echt en verzonnen een loopje met je nemen. Hij droomt ook van een schuur, waarin hij al zijn spullen en gereedschap gesorteerd aan de muur kan hangen. Maar hij woont één hoog. En heeft twee linkerhanden.

Van Loon is in Sluimer een wat zelfingenomen idioot, bij wiens absurde personages en kronkelige verhalen je voortdurend in de lach schiet. Dat geldt in nog grotere mate voor de vaak totaal irrelevante ‘stomme’ opmerkingen waarmee hij de zaak aan elkaar lijmt. Er mag dan samenhang zijn, een losse flodder doet het nog altijd goed. Absoluut niet slaapverwekkend, deze Van Loon.