Dit is mijn grootste probleem met Het Slecht Bewaakte Meisje, na Giselle (2013) de nieuwste samenwerking tussen Toneelgroep Oostpool en Introdans: waarom kies je als basis een balletvoorstelling waar je zelf geen hol aan vindt?

De originele La Fille Mal Gardée ging in première in 1789 in Bordeaux, vertelt een meisje (Ellen Scholten) in kippenpak aan het begin. Het was een komisch ballet voor en over het gewone volk, waarin tienermeisje Lise (Bieneke Elhardt) valt voor boerenjongen Colas (Gijs Top), maar van haar moeder moet trouwen met rijkeluiszoon Alain (Jacob Geurkink). Traditiegetrouw, zo gaat het meisje verder, begint de voorstelling met een kippendans, zijn er verschillende volksdansen, een ezel en een kar en wordt de rol van de moeder van Lise gespeeld door een man (Adriaan Luteijn, Introdans-choreograaf en artistiek manager Introdans Interactie).

Toch begint de nieuwe versie, een ‘coming-of-age verhaal’ in een wereld van ‘Ritalin, hasthtags, selfies en plastische chirurgie’ nog goed. Het publiek loopt binnen, het meisje van de proloog staart ons aan. Ze oogt nerveus en onzeker. Ze is in elk geval minder op haar gemak dan de echte kip die rustig aan haar voeten ligt. Het is een kort moment, maar het raakt je.

Maar vanaf het moment dat de kippendans begint, is van die eerdere empathie weinig terug te vinden. Met de kippendans zelf is niks mis. De veertig jongeren tussen de veertien en negentien jaar uit Gelderland en Overijssel gooien zich vol overtuiging in hun zang- en dansroutine, de kippenkostuums (Femke Neerven, Heleen Bouwmans, Ineke Peters) zijn vrolijk en inventief en ook het lichtontwerp van Han Verweijen is geslaagd: rijen rood opgloeiende lampen als in een broedkast.

Maar dan valt kip nr. 4 uit haar rol. ‘Deze kippendans, ik begrijp er niets van! Wat is de zeggingskracht?’ De regisseur (Timothy de Gilde, Toneelgroep Oostpool) dirigeert haar vanuit het publiek terug naar haar plek, maar een antwoord geeft hij niet. Je krijgt het idee dat hij het zelf eigenlijk ook niet weet.

Het is een gevoel dat wordt versterkt met de introductie van Lise, onze zestienjarige heldin, wier monologen zich veelal afspelen achter de schermen via videolink. Als een van de weinigen vraagt ze zich niet af waar deze dorpsmusical over gaat. Al zijn de dansjes en de liedjes ‘idioot’, zij vindt ze mooi. Het is immers traditie. En van traditie moet je met je tengels afblijven, zelfs al is het sinds de première in 1789 eigenlijk nooit goed geweest.

O wee als wij (of de dansers) er toevallig toch van genieten. Consequent wordt elk nieuw (volks)dansje resoluut afgekapt. De een klaagt dat het er toch echt niet uitziet, de ander dat hij niet kan dansen in een soepjurk. Zelfs het gevoelige zang- en dansnummer van Alain (met zijn geliefde paraplu) wordt bruut onderbroken, omdat Lise er, in een ‘slecht bewaakt’ ogenblik, met Colas vandoor is gegaan.

Als hun visie op La Fille Mal Gardée nog niet deprimerend genoeg is, dan is het karakter van Lise dat wel. Ze vindt het prima in het dorp, ze vindt het prima zoals het is. Ze heeft geen ambities, wil niet op avontuur, ze hoeft niet weg. Haar moeder Simone (leuk gespeeld door Luteijn) komt eigenlijk een stuk evenwichtiger over. Ze is begrijpelijkerwijs ontsteld wanneer Lise doodleuk meldt dat ze lelijk is, maar dat dat niet erg is: haar vriendje Colas vindt haar ook niet knap. Dan klinkt haar moeders wens om haar met de simpele, maar goedaardige Alain te laten trouwen opeens niet zo wreed en ongevoelig meer, zelfs al is Alain ‘niet helemaal 100 procent’ en waarschijnlijk ‘licht autistisch’. Dat je vriendje vroeger doktertje maar nu alleen nog maar therapeutje met je wil spelen is wellicht ook niet een heel gezonde ontwikkeling.

Lise is de personificatie van het lijflied van Het Slecht Bewaakte Meisje (dat aan het einde wordt herhaald): één van de ‘100.000 in een legbatterij. Ambitie heeft ze niet, ze legt zich neer erbij.’ Is dat nou echt een moderne boodschap die je jonge meisjes (en jongens) wilt meegeven?

Foto: Sanne Peper