Op het eerste gezicht vertoont de dandy die aan het begin van Siki opkomt weinig overeenkomsten met de dia van Battling Siki, de wereldkampioen lichtgewicht boksen 1922 uit Senegal, die op de achterkant van het toneel geprojecteerd staat. Zo opgedirkt en gladjes als hij, belichaamd door Alioune Diagne, voortbeweegt in blazer, herenhoed en vlinderdas, zo naakt en zo kwetsbaar keek hij destijds in de camera.

Ook de dandy, zo blijkt pas na de voorstelling (met dank aan Wikipedia), was onderdeel van zijn personage. In de hoogtijdagen na zijn overwinning tegen Georges Carpentier in Parijs laveerde hij graag en vaak in hoge hoed en smoking over de Champs-Élysées met zijn gedomesticeerde leeuw (jawel, u leest het goed: een gedomesticeerde leeuw!).

Laagje na laagje toont Diagne ons de man achter de brede glimlach en dito biceps. De hoed, zonnebril en vlinderdas gaan af, de blazer en pantalon gaan uit. De handen worden ingetapet, de bokshandschoenen komen uit de kast. De wedstrijd tegen Carpentier is het middelpunt, met lichtflitsen als boksstoten. Op de soundtrack is het originele commentaar te horen. Maar na de winst begint het gevecht pas echt, tegen vooroordelen en racisme, en met zichzelf.

Diagne koos voor Siki vanwege persoonlijke overeenkomsten – allebei geboren in dezelfde stad en (ooit) getrouwd met een Nederlandse vrouw – en vanwege het feit dat Siki’s verhaal nagenoeg onbekend is gebleven. Als dat laatste inderdaad het geval is, zou je wel wat meer handvatten verwachten. Het beginbeeld van de dandy krijgt pas na eigen ‘speurwerk’ relevantie, het laatste shot – Diagne met bokshandschoenen, zonnebril en een shirt over zijn hoofd in het licht van de diaprojector – is voor mij nog steeds een enigma. Ook had er wel een kledingwissel of twee minder in gemogen (de handschoenen gaan aan, uit, weer aan).

De dans in Siki is echter fascinerend om naar te kijken. Elke dans is een gevecht en elk gevecht een dans. Maar als verhaal laat de voorstelling nog wat te wensen over.

Foto: Robert Benschop