Met Separate Ways brengt het Nederlands Dans Theater twee wereldpremières op het toneel. De eerste choreografie Shut Eye, is onmiskenbaar van de hand van Lightfoot León: flitsend, virtuoos en met een ruim reservoir aan melancholie. Toch verlaten de choreografen hun pad aanvankelijk om andere invloedssferen te verkennen.

De gebolde, ontblote rug van Jorge Nozal licht op in het maanlicht bij aanvang. Soepel, soms schichtig en zonder een spoortje drama voegt partner Meng-Ke Wu zich bij Nozal voor een intrigerend duet en dat leidt tot een krachtige opening van Shut Eye. In dit samenspel van dans en subtiele videobeelden waakt een schaduwwereld over de acht dansers. De favoriete componist van het duo, Philip Glass, heeft plaats gemaakt voor de muziek van film- en televisiecomponist Olafar Arnalds. Viool- en celloklanken, pianotonen brengen vervoering, maar het schuurt ook regelmatig in compositie.

De choreografieën van León & Lightfoot en Hofesh Shechter verschillen van elkaar als dag en nacht. Waar het duo verwondering zoekt in het mysterieuze, is Shechter op momenten beangstigend expliciet in de wijze waarop hij aan de actuele wereldproblematiek refereert. Waar in Shut Eye nog plaats is voor een aarzeling en het terugkomen op een eerder gekozen weg, zoals wanneer Myrthe van Opstal de uitgestrekte armen van haar partner aanvankelijk ontvlucht om later terug te komen en zich nog eens te bezinnen, is iedere vorm van twijfel tijdens Shechters Clowns verbannen van het toneel.

Twee jaar geleden liet het Nederlands Dans Theater het publiek al kennis maken met choreograaf Hofesh Shechter door een avondvullend programma met verschillende stukken van zijn hand te presenteren. Voor Separate Ways werd Shechter uitgenodigd om een nieuwe choreografie te maken. Shechter haalt de Amerikaanse dichter Walt Whitman aan in een aanklacht tegen terrorisme en wijst erop wat er gebeurt als de rollen omgedraaid worden en de clown koning wordt en de profeet clown.

De bewegingstaal van Shechter bestaat soms uit bijna sullig uitgevoerde pasjes om vervolgens met de groep van tien dansers als een lichaam met wapperende handjes, losjes zwierende armen een steeds grotere intensiteit en overgave te bereiken. Clowns is door de voortstuwende dynamiek zowel betoverend als naargeestig. Ondanks de aanvankelijk achteloos uitgevoerde gebaren lijkt het steeds eenvoudiger te worden om in een onbewaakt ogenblik een ander aan te vallen, om weer verder te gaan in de vluchtige cadans en opnieuw toe te slaan.

In de soundscape die Shechter maakte, zit een opzwepende beat die net zo goed voor een blikkerig klinkende fusillade kan doorgaan. Shechter toont een spiraal van geweld, maar ook de stompzinnigheid waarmee dit gepaard kan gaan. Daarbij wijst hij op de onontkoombaarheid van constante dreiging. Het ritme van de muziek is een krachtige onderstroom, op momenten alomtegenwoordig en zo luid dat er geen ontsnappen aan mogelijk is, of als een doffe dreun die ergens buiten of op afstand doorgaat, maar zich nog steeds een weg naar binnen weet te banen. De dansers dragen lichte kostuums, bij een enkeling gekleurd door een rood detail. Ook het toneelbeeld is sterk, zoals het verandert van schemerzone naar een rode gloed. Hofesh Shechter grijpt de toeschouwer vanaf de eerste seconde stevig vast, om nooit meer los te laten. Clowns is beangstigend goed.

Foto: Rahi Rezvani