Een jong stel zit in een seksuele impasse. Op initiatief van de jongen gaan ze kamperen op een naaktcamping in Frankrijk, waar ook zijn vader de zomers doorbrengt. Een wat opmerkelijke keuze, maar soit.

Regisseur Boy Jonkergouw schreef zelf de tekst voor deze voorstelling, die het taboe moet doorbreken op – ja, op wat eigenlijk? Het taboe op nudisme (al dan niet in het zicht van je schoonouders) wordt niet doorbroken, want de ongemakkelijkheid blijft er vanaf druipen. Ook praten over seks blijft bij deze personages in de obscuriteit. De sensitieve jongen ontstijgt hier niet het karikaturale en blijft daardoor een slappe zak. En dan is er nog de bejaarde (schoon)vader, die aan elkaar hangt van vrouwonvriendelijke opvattingen.

We volgen het stel gedurende twee dagen op de camping. Wat begint met een hoop clichématig gesteggel bij het opzetten van de tent, ontaardt al snel in een totaal verstoorde seksuele en emotionele relatie. Om een en ander nog wat ongemakkelijker te maken, is de kreunende, kreupele vader altijd in de buurt om de relatie van zijn zoon van commentaar te voorzien.

De spelers Rutger Kroon, Gerrit Dragt en Zerline Weideveld brengen inderdaad een hoop taboes aan de oppervlakte. Taboes waar vervolgens alleen niets mee wordt gedaan. Jonkergouw schreef geen personages, maar gepersonifieerde vooroordelen. De vader is werkelijk onuitstaanbaar in hoe hij over vrouwen praat. Zijn huilbui als hij tegen het eind niet mee mag doen met het animatieprogramma voor de jeugd, komt volslagen uit de lucht vallen en maakt dit personage eerder nog vreemder dan sympathiek. Tenenkrommend is dat de gevoelige zoon het geen moment opneemt voor zijn vriendin, als zijn vader haar weer eens schoffeert. En waarom zij niet al meteen haar spullen pakt, is ook volstrekt onduidelijk. Je vraagt je bij dat stel al snel af waarom ze überhaupt samen zijn.

Jonkergouw schreef een platte tekst, waarin de personages vooral boos en gekwetst zijn en dat allemaal uitspreken. Ze zijn niet alleen zelf helemaal ontkleed, ook hun teksten verhullen niets. De dialogen laten het publiek niets te raden over, en daarmee gaat de voorstelling voorbij aan elke spanning.

Choreograaf Guilherme Miotto co-regisseerde de voorstelling. Wellicht is hij verantwoordelijk voor de wat abstractere beeldsequenties waarmee de dialoog zo nu en dan wordt onderbroken – waarin de personages plots beginnen te trillen en te haperen. Het zijn die korte intermezzo’s die de voorstelling voor een moment uit het huis-tuin-en-keukengeëmmer halen, en die ons goddank even rechtop doen zitten.

Foto: Hans van Dongen