Raf en Mich Walschaerts zitten in een restaurant op de Korenmarkt in Gent. Ze drinken champagne en eten oesters. Buiten, op een kartonnetje, zit een bedelaar. Een vreselijk gezicht, vindt Mich, en daarom verplaatsen ze naar een ander tafeltje. Raf gaat uiteindelijk toch naar buiten en probeert zijn schuld af te kopen door de bedelaar geld te geven. Maar de bedelaar weigert.

Dit is het prachtige openingsverhaal van de voorstelling Schoft, waarin het Vlaamse duo Kommil Foo zich de vraag stelt hoe het toch kan dat de mens, die op het eerste gezicht zo goed lijkt, zich vaak als een schoft gedraagt. Is dit iets wat in de menselijke soort zit en heeft het zin om ons ertegen te verzetten? Moeten we de ongelijkheid in de wereld maar gewoon accepteren of moeten we toch proberen er iets aan te doen? En zo ja, hoe dan?

Met hun openingsverhaal brengt Kommil Foo een gevoel tot uitdrukking dat veel te horen is in het hedendaagse cabaret: een gevoel van onmacht. We weten dat er ongelijkheid en conflict in de wereld is, maar we weten niet precies wat we eraan moeten en kunnen doen. Kommil Foo brengt dit gegeven in verband met grotere vragen over de menselijke soort.

De mens die worstelt met zichzelf, het is een vertrouwd thema voor Kommil Foo, en zoals altijd weet het duo er prachtig theater van te maken. De Vlaamse broers Raf en Mich Walschaerts hebben sinds de jaren negentig een grote bekendheid in Vlaanderen en oogsten ook in Nederland veel lof. Ze hebben een heel eigen stijl, die vaak getypeerd wordt als poëtisch. Dat poëtische zit in hun woordkeuze en misschien een beetje in hun Vlaamse accent, maar de poëzie zit ook in hun spel. Raf en Mich Walschaerts zijn geweldige acteurs: ze spelen met heel hun lijf en zijn goed in het opbouwen van spanning. Ze spelen veel met ritme en dynamiek en durven stiltes te laten vallen waar de meeste cabaretiers over de stiltes heen praten.

Enige minpunt aan deze voorstelling, geregisseerd door Ineke Nijssen en Walter Janssens, is dat de opbouw minder strak is dan we van Kommil Foo gewend zijn. Het dilemma van de mens die worstelt met zijn donkere kant wordt aan het begin van de voorstelling helder neergezet, maar dit thema wordt steeds verder verbreed, en uiteindelijk gaat de voorstelling toch ook over onze angst voor de dood en de teleurstellingen in de liefde. De minder heldere uitwerking heeft ook te maken met de vorm die Kommil Foo gekozen heeft. In vorige voorstellingen liet het duo de verschillende verhaallijnen vaak in de loop van de voorstelling terugkeren. Deze voorstelling heeft een iets fragmentarischer karakter. Maar al met al slagen Raf en Mich Walschaerts er toch weer in om een mooie, poëtische voorstelling te maken, die de verbeelding prikkelt en interessante vragen oproept.

Foto: Jaap Reedijk