Jack Nieborg, regisseur van Romeo & Julia bij Shakespeare Theater Diever, komt in het programmaboekje van de voorstelling met een scoop van jewelste. Althans: voor mij. Romeo en Julia hebben misschien dezelfde vader! De oude Montecchi en de oude Capuletti zouden kutzwagers zijn. Daarom zou de vete bestaan, daarom zou de liefde tussen de twee pubers verdoemd zijn: het iconische liefdeskoppel zijn halfbroer en -zus!

Maar helaas. Ondanks het feit dat Nieborg bijna de helft van zijn inleiding besteedt aan deze gewaagde theorie wenst hij haar toch te verwerpen. Omdat hij zich afvraagt of ‘het stuk hier leuker van wordt’. ‘Want hoe kijken we naar de verliefde Romeo en Julia als we beseffen dat beide kinderen dezelfde vader hebben?’ Wel, ik had het graag willen weten. Het tragische verhaal van de twee kalververliefden kan immers als genoegzaam bekend verondersteld worden, dus een nieuw licht op de hele affaire zou zeer welkom geweest zijn.

Afijn, geen gedoe met bloedschande dus in Diever. In plaats daarvan een redelijk geoliede voorstelling die ons in de vlot vertaalde versie van Nieborg zelf een aangename zomeravond bezorgt in de lommerrijke entourage van het Dieverse openluchttheater. Zonder al te veel verrassingen, al dwingt het indrukwekkende decor bij binnenkomst het nodige ontzag af.

Net als vorig jaar is het theater in tweeën gesplitst. Op het middenpodium dat het publiek tegenover elkaar doet zitten is een constructie verrezen die doet denken aan een moderne Romeo & Julia: West Side Story. Ze lijkt te verwijzen naar een gietijzeren spoorbrug, met sierlijke bogen en trappen in het midden en aan weerszijden. Met looppaden tussen de toeschouwers geeft het de voorstelling veel dynamische mogelijkheden die dan ook ten volle benut worden.

Die dynamiek zorgt ervoor dat de voorstelling nergens inzakt maar is er ook debet aan dat de intiemere scènes minder tot hun recht komen. Want laten we wel wezen: hoewel we allemaal weten hoe de onmogelijke liefde van Romeo en Julia eindigt, willen we toch tot tranen toe geroerd worden als het zover is. En hoewel hun romance in Diever veelbelovend begint, met een van de langstdurende toneelkussen ooit, laat de dramatische ontknoping je toch tamelijk onberoerd.

Ik vrees dat het gestalte geven aan waarlijk vurige passie voor de twee acteurs die de titelpersonages voor hun rekening nemen net iets te hoog gegrepen is. Het is allemaal iets te flets, hoewel Julia, gespeeld door een kekke Judith Teune, een paar prachtige, overtuigende momenten heeft. Maar gek genoeg juist niet als Romeo (Stijn de Jong) in de buurt is.

In de overige rollen vallen vooral Dick van Veen als de bemiddelende pater Lorenzo en Marion Juch als de voedster op. Zij lijken goed te snappen hoe komedie werkt. Door op het juiste moment een pauze te laten vallen of een kleine beweging te maken met het lichaam.

Voor de rest valt er ook nog genoeg te genieten, laat daar geen misverstanden over bestaan. Het grote kruis van tl-licht dat aanfloept als de geestelijken voor het eerst verschijnen is een fijne knipoog naar de kitsch van The Passion, en de stoere praat van Romeo’s vrienden, met een en al seksuele woordspelingen, is zo over de top dat het weer onweerstaanbaar komisch wordt.

Toch blijf ik benieuwd naar de incestueuze versie.

Foto: Koen Timmerman