Verwacht geen Shakespeare. Zo werd het potentiële publiek al weken op voorhand gewaarschuwd voor deze productie. Toneelhuis en Mokhallad Rasem zouden verder kijken. Stel dat Romeo en Julia waren blijven leven. Wat zou er van hun liefde zijn geworden? Zouden ze ook zo beroemd zijn gebleven?

Allicht niet. De tragische dood op jonge leeftijd zet het koppel in de schijnwerpers. Als je als icoon/held wilt blijven voortleven, dan moet je jong sterven is nu eenmaal de regel. Maar stel dat Romeo en Julia samen oud zouden worden. Zou hun liefde dan altijd zo heftig en passioneel zijn geweest? En hoe waren ze als kind?

Het vormen een paar uitgangspunten van de voorstelling Romeo & Julia van Mokhallad Rasem, de gevluchte Iraakse regisseur die nu onderdak heeft bij Toneelhuis Antwerpen. Ook een vormelement wilde hij in de productie: op zijn mobieltje heeft hij een foto staan van een uitgebrande auto. De auto van zijn toenmalige Irakese buren, een koppel dat in de oorlog in die auto is omgekomen.

Drie jaar geleden verraste Mokhallad Rasem met zijn Irakese geesten (geselecteerd voor het Theaterfestival 2010). Dat was een heftige theaterproductie in een cabaretachtige setting over de oorlogen in Irak. Felle spot en een hevig sarcasme brachten de ellende van mensen in oorlogsgebieden alleen maar schrijnender in beeld. Het was een voorstelling die door merg en been ging. Mocht je nu lachen of niet?

Liefde en dood zijn altijd verbonden. Ook in deze Romeo & Julia worden eros en thanatos met elkaar vergeleken. De toeschouwer kan zelf uitmaken wat de gelijkenissen en verschillen zijn. Braver en lieflijker is deze voorstelling wel, maar ook nu speelt Rasem zijn kracht uit: beeldend theater. En dat wordt nog eens versterkt door de scenografie van beeldend kunstenaar Jean Bernard Koeman.

We horen een zwaar ademen. Onder een gedempte spot wordt een auto rondgeduwd. Het is een witte jeep. Op het portier ontdekken we de letters UN. Het is een grote auto, met bovenop een imperiaal die een echt balkon lijkt. De auto staat stil, langzaam, een voor een, komen er mensen uit. Twee kinderen, een jongen en een meisje, jongvolwassenen, een ouder paar. Ze dragen gasmaskers. Ze stellen zich op, naast elkaar. Het ademen klinkt nog zwaarder. Een flits, dan staan ze in een andere positie. Een fotoshoot, van drie koppels, drie generaties. Is het een familie, zijn het koppels die een en hetzelfde paar op drie leeftijdsmomenten symboliseren? Het doet er eigenlijk niet toe. Het zijn pregnante beelden, die drie poserende koppels met gasmaskers.

Langzaam komt er beweging in. De kinderen (in de voorstelling die ik zag waren dat Daan Roofthooft en Mona Staut) spelen wat, het oudere koppel kijkt toe, stapt in de auto, kijkt dan zonder maskers naar het jongvolwassen koppel dat danst. De Braziliaan José Paulo dos Santos en de Australische Eleanor Campbell dansen eerst heel slow, dan feller, dan op muziek uit de Romeo en Julia van Prokofjev, steeds hartstochtelijker. Het oudste koppel (Gilda De Bal en Vic De Wachter, ook in het echt een koppel, ook in het echt 61 en 62 jaar) stapt geëmotioneerd uit de wagen en roept Stop! Zij beginnen een gesprek, over de dood en de liefde, over Romeo en Julia, hun lotgevallen, hoe Verona is uitgegroeid tot ‘een plek van ramptoerisme’. Ze kijken (als de drie generaties van een familie?) samen naar de foto’s die op de zijkant van de auto worden geprojecteerd. Familiekiekjes zijn het, van baby Romeo en van baby Julia, tot nu, met het nodige commentaar van de ouderen.

Dans, spel, muziek en liedjes wisselen elkaar af, als in een collage: Franse chansons naast Arabische liederen, westerse naast oosterse muziek, liefdesmijmeringen uit verschillende culturen, woord naast beweging, wetenschappelijke uitleg over liefde naast de fysieke liefdestaal. Tekst glijdt over in dans en omgekeerd. Het middelste koppel danst en danst, breekt de disputen van het oudere koppel. Liefkozingen verworden tot clichés, er vallen woorden en verwijten, een ruzie escaleert, wordt weer bijgelegd. Poëtisch grappig klinken zelfs de namen van Italiaanse etenswaren in een passioneel voorspel. Het kinderkoppel en de twee jongvolwassenen vallen regelmatig neer, als voor dood liggen ze er, de oudere man en vrouw porren ze dan weer aan om op te staan. De kinderen kijken nieuwsgierig naar de twee andere koppels. Ze lijken zich af te vragen of dat hun toekomst zal worden. De wagen klapt open, met een heus bed. Het oudste en jongste paar nestelen zich, wat later ook het middelste koppel. De liefdescollage is compleet.

Het oogt allemaal mooi, er zijn zelfs prachtige en aandoenlijke momenten, het charmeert, maar het geheel spettert niet echt, het beklijft niet, zoals dat wel het geval was met Irakese geesten. Ik kijk wel uit naar het volgend seizoen: dan wordt Hamlet aangepakt.

Foto: Frieke Janssens