Met Rebound maakte choreograaf Alida Dors een herinterpretatie van de gelijknamige voorstelling van Conny Janssen uit 2005. Het vertrekpunt van destijds was de veerkracht van de mens. Dors borduurt daarop voort met het thema identiteit.

Met haar voorstelling Rebound roemt Dors de vindingrijkheid van de mens om terug te veren. Als voorbeeld noemt zij in het programmaboekje de wilskracht van vluchtelingen. Zo zijn de dansers in de voorstelling in poses te zien die je met onderdrukking associeert. Daarbij stelt Dors de vragen: Hoe laat je zien wie je bent, wanneer veel van wat je een identiteit geeft wegvalt en het woord geen waarde meer heeft? Hoe hervind je jezelf wanneer alles je is afgenomen?

Van het geloof in de veerkracht van de mens gaat een positieve overtuiging uit en de drie vrouwen en drie mannen die Rebound dansen brengen dat in de praktijk door nooit op geven, hoe groot de tegenslag soms ook lijkt. In de dans van Dors wordt breakdance en hiphop in een associatief raamwerk gegoten. Risico nemen, het aftasten van onderlinge verhoudingen, het proberen uit te breken, de verschillende intenties die aan het bewegingsmateriaal ten grondslag liggen zijn leesbaar, zo niet letterlijk.

De zeggingskracht van de dansers is solo het sterkt, al spat de energie er tijdens het partneren en in groepsformaties soms ook vanaf. De kostuums van Isis Vaandrager zien er stoer uit, maar de kleurloze overalls, witte sokken en gympen fungeren tegelijkertijd als uniform. 

Een minstens zo belangrijke medespeler in Rebound is de ruimte. Het decor dat ontwerper Thomas Rupert destijds voor Conny Janssens Rebound ontwierp bestaat uit een muur die het speelvlak omrandt. Er zijn ramen en op momenten zitten dansers rustig op een muurtje. In het nieuwe ontwerp (Ascon de Nijs) voor Alida Dors is voor een hermetischer benadering van de ruimte gekozen. Ook hier is de vloer waarop we de dansers zien aan drie kanten ommuurd, maar deze wanden lopen naarmate ze hoger worden schuin naar buiten. De constructie is lichter, op het slordige af, en lijkt daardoor opener op het eerste gezicht.

Maar schijn bedriegt. Aan deze vierkante meters kunnen de dansers niet ontkomen, hoezeer zij ook proberen de omheining te trotseren. Speels beklimmen ze de wanden, om er later woest tegenaan te duiken, maar zelfs in samenwerking als groep worden ze telkens terug geworpen op hun plek: een gevangenis? Een plein zonder toegang tot de wereld? In die zin staan die muren misschien ook symbool voor de onbuigzaamheid van een systeem waartegen het individu het altijd zal afleggen.  

Een glimp van de buitenwereld vangen we op als de witte glaswanden op sommige momenten transparant zijn en op de achtergrond componist en muzikant Vernon Chatlein drumt, en druk in de weer is met sound en tekst. Ook al is hij tijdens de voorstelling grotendeels onzichtbaar, zijn aanwezigheid en inbreng is minstens zo sterk als die van de dans.

Toch wringt er het een en ander aan Rebound. De opzet is eenvoudig. Na het eerste deel met drie vrouwen volgt het tweede met drie mannen om vervolgens in het laatste deel samen op het toneel te staan. Die structuur maakt de voorstelling helaas nogal voorspelbaar. Daardoor wordt de kracht van de dans te veel ingekapseld en dat werkt paradoxaal genoeg de uitwerking van het thema tegen. Het bewegingsmateriaal dat Dors met de dansers creëerde is soms inventief dan weer herkenbaar. Rebound drijft vooral op de kracht van de performers – dansers en muzikant. Choreografie en dramaturgie zijn minder verrassend. 

Foto: Bowie Verschuuren