In de nieuwste voorstelling van ´t Barre Land neemt Frank Wedekinds ´puberdrama´ Voorjaarsontwaken een centrale plek in. Door de beslommeringen van de jonge personages te versnijden met herinneringen aan hun eigen jeugd maken Vincent van den Berg, Margijn Bosch en Czeslaw de Wijs van Plattegrond van de kunst en omstreken een sterk melancholieke avond.

Het is bijna onmogelijk om zonder hartenpijn naar een nieuwe voorstelling van ´t Barre Land te kijken. Het handjevol publiek in Frascati 3 onderstreept het gevoel dat het noodlot het collectief achtervolgt: na achtereenvolgende pijnlijke subsidieafwijzingen brandde eind december ook nog eens hun decoropslag af, waardoor vijfendertig jaar theatergeschiedenis in rook opging. Iedere minuut van Plattegrond van de kunst en omstreken voelt daarmee meteen al als een klein wonder, als doodsverachting, microheroïek.

Waar sommige andere gezelschappen als antwoord op de dreigende ondergang in hun creaties in artistieke verongelijktheid verzeild raakten, lijkt ´t Barre Land levenslustiger en tegelijkertijd kwetsbaarder dan ooit. Meteen al vanaf de eerste scène, waarin Margijn Bosch een lyrische tekst van Herman Heijermans over de geboorte van een poezennest voordraagt, ligt de nadruk op het geduldig en zorgvuldig ruimte blijven scheppen voor het kleine, het weerloze, het trage, het aandachtige en al het andere dat bescherming verdient van de wetten van het jachtige bestaan.

En ook als de teksten wat directer refereren aan de spanning tussen kunst en commercie, zoals in het voorspel van Goethe´s Faust I, waarin een schouwburgdirecteur, een dichter en een komediant hierover discussiëren, weten de spelers drammerigheid te vermijden door van de scène een kolderiek acteursfeestje te maken.

De keuze voor Voorjaarsontwaken is hierin een gelukkige. De jonge hoofdpersonages bieden Van den Berg, Bosch en De Wijs de kans om een ontroerende balans tussen serieux en komedie te treffen, alsof alles wat ze zeggen van levensbelang en tegelijkertijd zo weer vergeten is. Als de spelers tussendoor herinneringen aan hun eigen jeugd en hun eerste stappen op het toneel ophalen, gebeurt dat met een mengeling van nostalgie en resoluut in het heden staan die mooi aansluit bij de manier waarop ´t Barre Land überhaupt met de (theater-, literatuur-, muziek-)geschiedenis omgaat: respectvol voor het oorspronkelijke werk maar met het volle besef dat ieder moment weer nieuw is en alles dus steeds opnieuw moet worden gelezen, bekeken, gebracht.

Dat is ook weer de grote kracht van Plattegrond van de kunst en omstreken: dat je als gast wordt uitgenodigd om samen met het collectief in het heden door de geschiedenis heen te wandelen. Het is tekenend dat de meest apocalyptisch aandoende momenten in de voorstelling de filmbeelden van Bela Tarr zijn: in tegenstelling tot film staat theater altijd in het moment. Zo lang er spelers op scène zijn is er hoop dat wat van waarde is niet verloren gaat.

Foto: Jorn Heijdenrijk