Het zou niet makkelijk worden voor de makers van de Pippi Langkous musical, om recht te doen aan en overeind te blijven na de ijzersterke televisieserie die al bijna een halve eeuw door telkens weer nieuwe generaties op de televisie is gezien. Maar wie zich aan de checklist van Pippi-kenmerken houdt komt een heel eind: de oranje uiteenstaande staarten, het aapje Meneer Nilsson, de Villa Kakelbont, het paard Witje dat Pippi optilt, haar kist met gouden dukaten, haar vader de piraat en het bekende Pippi Langkous-lied (‘twee maal drie is vier
/ wiede wiede wie en twee is negen’).

De uiteenstaande staarten, de dukaten, het beroep van haar vader en het liedje leveren de makers van de musical geen moeilijkheden op. Het probleem van Meneer Nilsson wordt opgelost door het aapje te laten spelen door acteur Remy Koffijberg. Die doet dat zo meesterlijk dat hij zeker in aanmerking komt voor een Arlecchino voor de beste mannelijke bijrol.

Villa Kakelbont, maar ook de andere locaties als het piratenschip, de luchtballon en de gevangenis worden ingenieus gesuggereerd door de opstelling van deuren, trappetjes, een staande lamp, een scheepsroer en nog wat elementen op bewegende vlonders. Door die vlonders regelmatig iets te draaien is er telkens weer een ander toneelbeeld. Daarbovenop komen talloze voorwerpen aan lijntjes vanuit de toneeltoren naar beneden dalen. Het is elke keer weer veel werk ze vast te klemmen of aan elkaar te zetten, maar de acteurs slaan zich er onverdroten doorheen.

Nu aan die checklist is voldaan, lukt het de makers om het merk Pippi Langkous te verrijken met een aantal prachtige liedjes die zeker nóg een volgende halve eeuw meekunnen. Ivo de Wijs schreef klinkklare teksten op de prachtige melodieën van Ronny Mosuse en Peter van de Witte. Muziek en tekst hebben zo’n vanzelfsprekendheid, dat je je afvraagt of ze niet al veel eerder bestonden. Zo krijgen de tegenstanders van Pippi, samengekomen in het zangkoortje van Tante Pastellia een raak refrein: ‘Laten wij op deze aarde / streven naar de hoogste waarde. / Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat / orde, recht en regelmaat.’

Een ander ijzersterk lied is het We gaan op reis wanneer Pippi, Tommie en Annika de luchtballon klaar maken. In dit lied wordt de zin naar avontuur, actie en exotische oorden zo meesterlijk samengebald dat niemand meer thuis wil blijven.

Hanna van Vliet, in de rol van Pippi, zingt prachtig en zuiver, wellicht te zuiver voor wie de enigszins geknepen Pippi-stem door Paula Majoor van de televisie kent. Hanna van Vliet is knapper en meisjesachtiger dan de sekse-onverschillige Pippi van Astrid Lindgren. Haar zangtalent werpt vruchten af bij de meer gevoelige liedjes, zoals waarin ze haar vader, vol dochterlijke tederheid, moed toezingt (‘Geef niet op lieve pappa / ook al zit je in het nauw. / Je hebt mij zo vaak geholpen / en nu help ik jou’). Die vader zet Finn Poncin neer als de rauwe zeeman met het kleine hartje, precies zoals je hoopt.

Ivo de Wijs schreef ook het script voor de musical en stond zichzelf toe bij de wereld van de rijke, stoere en anti-autoritair opgevoede Pippi vraagtekens te zetten. Niet de vraag of je misschien toch niet je schoenen bij binnenkomst moet vegen of toch moet leren goed te lezen. Maar wel de vraag of je mag liegen, of beter gezegd, fantaseren. Pippi geeft goede redenen voor een volmondig ja. Punt 1: ze kan niet anders. Punt 2: ze fantaseert niet, het is gewoon zo. Punt 3: ‘Vier plus vier is acht’ klinkt gewoon belachelijk. Maar ze is pas overtuigend als ze ontkent dat haar moeder niet dood maar een engel is die vanuit de hemel door een gaatje op haar neerkijkt.

De tegenstelling tussen haar fantasie en een andere werkelijkheid krijgt in het verhaal handen en voeten wanneer Pippi ervan overtuigd is dat haar vader is gevangen genomen door andere kapers die achter zijn schat aanzitten. Tegelijkertijd zien we vader Langkous in de gevangenis belanden omdat hij al zo’n tien jaar verzuimd heeft belasting te betalen. Gelukkig hoeft het elkaar niet in de weg te zitten, maar het ter sprake komen van achterstallige belasting is eventjes een ongemakkelijke inbreuk in de pure-avonturen-wereld van mensen die niet volwassen willen worden.

Foto: Leo van Velzen