Fier worden de gestrekte benen beurtelings in de lucht gegooid, voorwaarts, en daar gaan ze weer. Op de luide klanken van de Radetsky-mars paraderen drie spelers in een rij en volgen ze steeds dezelfde routine. Wanneer de een probeert om uit het vaste patroon te breken, brengen de anderen haar snel terug in het gareel. Uiteindelijk is er toch geen houden aan en voor we het weten wordt er haasje over gespeeld. Maar zo stond het toch niet in het script!

Parade, een voorstelling van Tabea Martin bij het Lab, gaat over meedoen met je vrienden, maar ook over buiten de lijntjes kleuren. Wat gebeurt er als je je eigen gang gaat? Martin liet met de familievoorstellling Keihard Kijken (De Meekers, 2009) en Duet for Two Dancers (Dansateliers, 2010) al zien wat ze in haar mars heeft en ontving het Wim Bary Stipendium 2011.

In de lucht bungelt van alles: emmers, stroken papier waarop met rood, wit of blauw kan worden geverfd en een lege schilderijenlijst waarin een dode vis wordt opgehangen. Het blijkt een prima omgeving voor een wedstrijdje kratten stapelen, of om eens te laten zien wie er nu het snelst twee metalen buizen aan elkaar kan verbinden.

Zo nu en dan is het allemaal reuzegrappig, zoals die glibberige vis die met een enorme zwieper vanuit een mond over het toneel wordt geslingerd en meters ver wegglijdt. Maar wat is er nu eigenlijk met Katerina aan de hand, als ze na de springende vissendans ‘kaput’ blijkt te zijn? Dan wordt het even stil in de zaal. En nadat het script uit balorigheid overboord wordt gegooid moet iedereen maar raden hoe de voorstelling nu eigenlijk hoort te eindigen.

Tijdens Parade wordt Papiamento, Zweeds, Tsjechisch en Nederlands door elkaar gesproken, maar dat blijkt geen enkel obstakel voor de jonge toeschouwers. Ogenschijnlijk springt de voorstelling van de hak op de tak, maar niets is minder waar. Aan Parade liggen een helder concept en een humoristische kijk ten grondslag en het is knap om te zien hoe Tabea Martin moeiteloos aansluiting weet te vinden bij het gedrag van kinderen. Een heus sponzengevecht tussen de spelers en de toeschouwers op de tribune blijkt dan ook de perfecte uitsmijter.