‘Weet jij wie ik ben?’ Francis vraagt het wel een keer of twintig aan Gary, zijn gevangene en het slachtoffer van zijn sadisme. Even zo vaak blijft Gary het antwoord schuldig. En wat erger is: de mensen in de zaal evenzeer. Vijf personages telt deze voorstelling. Geen van hen komt ook maar één moment tot een begin van leven. 

Osama the Hero is een stuk uit 2005 van de Britse toneelschrijver Dennis Kelly. Zaterdag ging het in première in de Haarlemse Toneelschuur, als de tweede voorstelling in een vierluik over revolutie dat regisseur Joost van Hezik maakt bij Toneelschuur Producties. Deel één was Van Heziks visie op Dantons dood van Georg Büchner, dat in juni vorig jaar in première ging op Oerol. Voor deze recensent was Osama the Hero de eerste Van Hezik-regie die hij zag. Eerdere, overwegend positieve recensies schetsen hem als een geëngageerd en vakkundig regisseur.

Waarom hij dit stuk van Kelly koos, is in die context een compleet raadsel. Alle personages in Osama the Hero wonen in een council estate, het Britse equivalent van onze ‘krachtwijk’. Treurige flats, bevolkt door eeuwige losers. Bewoner Gary houdt een presentatie op school over Osama bin Laden – vandaar de titel. Zijn medeleerlingen zwijgen na afloop – zij protesteren niet, zij zwijgen.

Vervolgens vliegen op Gary’s estate diverse prullenbakken in brand. Medebewoners Francis en zijn zus Louise geven hem de schuld. Kennelijk nemen zij hem om die reden gevangen om hem vervolgens te martelen – die scènes vormen het hart van de voorstelling. Maar waarom zij dat doen? Wie zij zijn? Wat hun motieven zijn? ‘Weet jij wie ik ben?’ Nee. Werkelijk geen begin van een idee. Geloof het of niet: de zwaar beladen naam Osama bin Laden komt in deze voorstelling niet verder dan de titel van Gary’s schoolpresentatie. Hij wordt één keer genoemd, om niet meer terug te keren.

Verder zijn daar Mark en Mandy, een tiener, voor wie de veel oudere Mark de vrouw in de steek heeft gelaten met wie hij al 22 jaar was. Kelly presenteert Mark als een pedofiel. Hij is tevens eigenaar van de laatste intacte garage in de krachtwijk uit het stuk, de vrijplaats waar hij voost met Mandy. Samen met de vuilnisbakken gaat de garage in vlammen op. Gary krijgt de schuld. Wat de pedofiel Mark en zijn liefje Mandy met dit alles te maken hebben? Wederom: de toeschouwer krijgt geen begin van een idee.

Wat ook de problemen zijn die deze voorstelling aan de orde wil stellen, Kelly situeert ze in een krachtwijk, temidden van working class losers. Alleen al die premisse beledigt het publiek. Politiek theater is uiterst gevoelig. Of je raakt je toeschouwers, of je beledigt ze – een tussenweg is er niet. Om politiek incorrecte stellingnames exclusief te situeren in het proletariaat, zoals Kelly doet in Osama the Hero, daarin schuilt iets heel denigrerends.

De voorstelling eindigt met een serie lange monologen van Mark, Louise, Francis en Mandy. Zij zitten aan het verhoogde podium. Gary ligt eronder, bewegingloos – dood, doodgemarteld, whatever. Wederom: waarom? Waarom ligt hij daar? Wat is de betekenis? En wederom: keine blaße Ahnung.

Tegen het einde spreekt Mandy een van de zeer weinige gedenkwaardige zinnen uit Kelly’s tekst uit: ‘Daarom is alles kut.’

Nee, gelukkig niet alles. Alleen deze hopeloze voorstelling.

Foto: Sanne Peper