Hij pakt een dropje, likt eraan en plakt het op zijn voorhoofd. Hij plakt nog een paar dropje erbij, klemt dropjes in zijn oogkassen, steekt zoute stengels in zijn oren. Het meisje naast hem stopt chips achter haar bril, een ander hangt een snor van dropveters boven zijn lip. Van zichzelf zien de nerds uit Opstand van de Nerds (9+) van jeugdtheatergezelschap Bonte Hond er al wat ongewoon uit, maar het blijkt nog veel freakier te kunnen. Regisseur Noël Fischer maakte een meeslepende en ontroerende voorstelling over kinderen die anders en toch heel normaal zijn.

De vijf, dat zijn Rimko, Stefan, Edward, Eva en Frieda, respectievelijk een overgevoelige en te ruwe knuffelaar, een angstige en schaamtevolle Facebooker, een boos wonderkind, een breekbaar droommeisje en een stugge weirdo in konijnenpak. Waar en hoe ze elkaar precies ontmoeten is onduidelijk, misschien bevinden ze zich wel in een soort jeugdboerderij. Er staat een grote tafel vol chips en frisdrank, een oude kast, een nepvuur en een bank op zijn kant. Om de speelvloer heen hangen donkere, half transparante doeken. Daar kunnen ze achter schuilen bij verstoppertje of als het ze gewoon even te veel wordt.

Alle personages – kinderen – hebben hun eigen fascinaties. Zo houdt Rimko van friemelen aan zachte stofjes, is Eva fan van Apple en kleedt Stefan zich het liefst als Dracula. Allemaal zijn ze hoogintelligent en daar zijn ze (meestal) trots op. Af en toe klinken hun gedachten via een voice-over: ‘Het kost vijf euro als je naast me gaat zitten bij een toets’, ‘zoals ik eruit zie is een keuze’, ‘uitschelden doet me niks’. Maar trots wisselt snel met ongemak en vrees. Niet aanraken is een belangrijke regel, oogcontact is moeilijk. Ze hebben allemaal een manier gevonden om zich te handhaven. Zo loopt Frieda als een onaanraakbaar reuzenkonijn rond (‘ik ben heel gelukkig als konijn’) en ziet Eva de grootste pestkop die haar altijd op haar achterhoofd slaat als haar beste vriend: ‘Dikke Jelle is echt mijn maatje.’ Zo zit Opstand van de nerds vol grappige en tegelijk schrijnende momenten.

Niet dat de vijf allemaal lieverdjes zijn. Edward en Rimko zijn soms agressief en Frieda is soms angstaanjagend autonoom: ‘Ik ben zo groot en sterk, voor je het weet stamp ik je dood.’ Maar natuurlijk zoeken ze allemaal ook naar genegenheid en verbondenheid. De vijf acteurs creëren stuk voor stuk een prachtig personage, veelzijdig en genuanceerd. Zo ontstaat een bijzonder portret van hoe het is om er niet bij te horen, om anders te zijn dan de anderen. Opstand van de nerds is geen lineair verhaal maar een aaneenschakeling van interacties en inkijkjes in hun lastige levens. Hun proces van toenadering en afstand, van behoefte aan herkenning en aan genegenheid wordt prachtig invoelbaar gemaakt. Dit maakt het tot een indringende en belangrijke voorstelling, zowel voor kinderen als volwassenen.

Het is een bijzonder vijftal, zoals ze aan het einde op een rij staan. Schuchter, stoer, lief, afwerend kijken ze de zaal in. Dit is het moment. Nu. Ze pikken het niet langer, ze laten niet langer over zich heen lopen. Het publiek voelt met hen mee. De revolutie komt eraan.

(foto: Ben van Duin)