Eric van Sauers is terug, en hoe. Hij neemt ruim de tijd om zijn verhaal te doen. In een voorstelling mét pauze – tegenwoordig een zeldzaamheid – vertelt hij over hoe de moderne tijd hem heeft ingehaald. Zo geeft hij goudeerlijk toe dat hij daarin steeds meer op zijn vader is gaan lijken, net zoals hij een life changing moment op potsierlijke wijze mist. Daarmee heeft hij de lachers op zijn hand. Het is duidelijk: Eric van Sauers is scherp als een mes.

Na zijn laatste programma Ridders (2010) is het een tijdje stil geweest rond Van Sauers. Althans, qua cabaret dan. De terugkeer ziet hij dan ook als een mooie gelegenheid om opnieuw kennis te maken met zijn publiek; het ontvangt hem met open armen. Toch gaat het vooral om zijn persoonlijke ontwikkeling (of gebrek daaraan) ten opzichte van de wereld van tegenwoordig, zoals hippe toko’s en technische gadgets. Van Sauers snapt er niks meer van. Niet gek, want hij is altijd ’te laat met trends’. Van multitaskende moeders moet hij ook al niks hebben, evenals schreeuwende en rennende kinderen met ‘authentieke namen’. Hoezeer Van Sauers het allemaal nog probeert bij te houden, het ‘stopmoment’ komt steeds dichterbij: het moment dat hij er definitief niks meer van begrijpt.

De toon van Van Sauers is daarbij opvallend hard en luchtig tegelijk. Hard als het gaat om zijn onvermogen het tempo bij te benen, luchtig als hij met veel zelfspot bekent slachtoffer van zakkenrollers in Barcelona te zijn geweest. Ook als hij met een stel vrienden in een vliegtuigje boven de Grand Canyon zweeft, is hij niet zo scherp als hij van zichzelf eist. Meelijwekkend is het nog net niet, maar het maakt hem zeker sympathiek. Het komt over alsof hij de behoefte heeft zijn verbazing en verwondering – die de afgelopen jaren blijkbaar zijn opgestapeld – in verschillende korte verhalen kenbaar te maken. Zoals hij zich afvraagt waarom er meer drogisterijen dan stamkroegen zijn, of waarom mensen het eng vinden als hij aangeeft dat hij iemands fietslampje heeft uitgeklikt. Het is aandoenlijk en lachwekkend tegelijk.

Het maakt Van Sauers’ programma van begin tot eind boeiend, want de tragiek van de komiek is evident. Zo vraagt hij zich af wanneer dat ‘stopmoment’ er werkelijk is, hoe hij zich als ‘vastlopertje’ weer vooruit kan helpen zonder ‘bugs’ in het systeem, hoe hij scherp kan blijven, ‘want als je niet oplet is het weg’, en hoe hij het best supermarkten kan vermijden. En dat het uitgaansleven steeds meer op een utopie is gaan lijken, want de ouderdom staat het niet meer toe. Is het dan allemaal ellende? Nee. Van Sauers heeft nog een lichtpuntje: hij is op zoek naar wat hem ontroert, en vindt het ook. Het antwoord wordt hier niet prijsgegeven, maar de wijze waarop Van Sauers opgelucht vaststelt hoe kinderen nog onbevangen de wereld tegemoet treden, is een kleine hint. Hij sluit het programma in stijl af en ironisch genoeg is het einde een schitterende relativering van zijn beklag. Oftewel: Eric van Sauers is terug, en hoe!

Foto: Jaap Reedijk