De jonge vrouw staat tegenover de oude man, hij in smoking, zij in spijkerbroek. Haar ene been draagt al het gewicht, ze wiebelt en wiegt en friemelt met haar handen. Hij probeert het haar gemakkelijker te maken, galant en charmant als een echte heer. Grofweg twintig figuranten bezetten paarsgewijs het podium als we de Aalmarktzaal in Leiden binnenlopen. Ze praten met elkaar. In hen zien we de ons welbekende gêne van een nieuwe ontmoeting weerspiegeld. PS|theater, het stadsgezelschap van Leiden, maakt met Ons hart een voorstelling over de liefde van nu en de liefde van toen. De voorstelling straalt een voorkeur uit: liever die van toen. Want de liefde van ‘laten we eens kijken wat het wordt’ heeft inmiddels plaatsgemaakt voor liefde die bij voorbaat al iets moet zijn.

Na een zoektocht langs het verdriet (Ons aller ziel), de hoop (Ons bloed) en het geloof van Leiden (Het geloof van Leiden) is PS|theater dit (laatste) jaar bij het verlangen van de stad aanbeland. In het vierjarige project ‘De Atlas’ legt het gezelschap aan de hand van vier thema’s het narratieve erfgoed van Leiden vast. Onder regie van Pepijn Smit laat PS zich leiden door de verhalen van stadsbewoners, zonder daarbij de artisticiteit uit het oog te verliezen. Voor Ons hart ging PS|theater met liefdesliedjes op bezoek bij twee relatieve uitersten in het liefdesspectrum: ouderen en studenten.

‘Gerard Dupris, 82 jaar, grote liefdes: het Leids accent en zijn vrouw Els.’ ‘Daniel, 25 jaar, student bestuurskunde.’ Beknopte biografieën wisselen twee langere verhaallijnen af. Wil van der Meer en Rian Evers spelen alle personages, soms ondersteund door figuranten als levende props. Met name de langere verhaallijn van Willem, die zijn grote liefde Bram verliest en de zoektocht begint naar een Willem zonder Bram, is ontroerend. En dat komt niet in de laatste plaats door het liefdevolle spel van Wil van der Meer: moeiteloos schakelt hij van onzekere man naar uitbundig boodschappende vrouw met een vet Leids accent. Ieder karakter krijgt kleur en warmte. Sommige personages zijn karikaturaal, maar ze verliezen het contact met de werkelijkheid niet.

Rian Evers vertelt de verhalen van de studenten. Ze stuitert, ze danst, ze zingt, ze speelt. En dat doet ze goed. Maar de studentenverhalen weten minder te boeien. Misschien komt het doordat ouderen nu eenmaal meer verhalen in hun rugzak hebben. Maar misschien stelt PS|theater de studentenliefde ook wel wat oppervlakkiger en karikaturaler voor dan zij is. Alsof PS niet goed wist wat te doen met die jonge garde minnaars. In de verhalen die Evers vertelt wordt er gekotst, geswipet, gezoend en op de liefde gewacht, met supergladde benen. In de inleidende woorden in de foyer door Van der Meer en Evers wordt zelfs gezegd: ‘We hebben gesproken met studenten, voor wie de liefde nog helemaal niks voorstelt.’ Ergens hoop je dat de voorstelling toch die eerste, oppervlakkige indruk van de iPhone-generatie doorprikt.

Enig tegenwicht komt in het verhaal van Martha, een studente archeologie die nog nooit verkering heeft gehad en het eigenlijk ook niet mist. Ze wordt alleen zo moe van het getut van al die stelletjes. En daar raakt de voorstelling een mooie kern. Want is de liefde werkelijk zo anders dan vroeger? Zijn de spanning, de onzekerheid, de ruzies, de verliefdheid en het weer verdwijnen ervan veranderd? Of bevrijdt de maatschappij zich eenvoudigweg langzaamaan van het parendom als hoogste ideaal? Al duurt Ons hart iets te lang, toch zijn de overgangen dynamisch en soepel en maakt PS|theater een liefdevolle voorstelling. Een voorstelling van nu, maar stiekem vooral over de liefde van toen.

Foto: Eelkje Colmjon