Daar staat ze, wankel en onzeker op haar kunstschaatsen. Nee, een elegante kür hoeven we van Suzanne Grotenhuis niet te verwachten. De kunststoffen ijsvloer waarop ze telkens nét niet onderuit gaat, geeft veel te weinig houvast. Ze zou het zichzelf makkelijker kunnen maken door wat minder glice op de vloer te spuiten maar daar is ze niet op uit. Ze wil die beloofde ‘vijfentachtig procent schaatservaring’ meemaken, hoe stuntelig ze daar ook staat op die nep-ijspiste.

In het begin van haar voorstelling On Ice legt ze uit hoe het zover heeft kunnen komen. Het begon met de geldprijs die ze won met haar voorstelling Zwarte Woud Forever. Hartstikke leuk natuurlijk, zo’n prijs, maar van die tweeduizend euro mocht ze niet op vakantie. Nee, ze moest er een voorstelling van maken. Van zo’n grijpstuiver kan dat natuurlijk nooit. Drie jaar heeft ze lopen peinzen over een juiste besteding. Totdat ze tegen die ijsvloer op liep.

Dit vertelt ze ons allemaal en tegen beter weten in geloven wij haar. Dat is de kracht van de actrice Grotenhuis. Ze is een beetje dat kwebbelzieke buurmeisje dat je vriendelijk aanhoort om je na afloop af te vragen wat ze je nou eigenlijk wilde vertellen.

De woorden worden een bezweringsformule om de eenzaamheid op afstand te houden. Als je maar blijft praten ben je niet alleen, zoiets. Het is een methode om het leven te pakken zien te krijgen. Ondertussen gaat achter veel van dat gebabbel een wereld schuil vol pijn en verdriet.

Als geen ander kan Grotenhuis je op een achteloze manier op het verkeerde been zetten. Zo zou de boarding van haar ijsbaantje ons beschermen tegen hard vallen. Maar die boarding bestaat wel uit verhuisdozen vol herinneringen, zoals een incompleet speeldoosje dat een wijsje uit Het Zwanenmeer speelt. De dozen blijken het tastbare bewijs van een pijnlijke scheiding.

Niets lijkt betekenisloos in On Ice, dat zo één grote metafoor wordt voor een leven waarvan voortkrabbelen, vallen en weer opstaan de pijlers vormen. Daarvoor put ze uit een bijkans oeverloze zee van verhalen die net zo goed kunnen gaan over een wandeltocht door de woestijn (belangrijkste advies vooraf: nooit verdwalen!) als over een nummer van Blind Willie Johnson (met de veelzeggende titel ‘Dark Was The Night, Cold Was The Ground’).

Het is fascinerend hoe Grotenhuis deze uiteenlopende verhalen aan elkaar weet te lassen zonder ook maar ergens geforceerd over te komen. Moeiteloos schakelend tussen jolijt en ernst leidt ze ons zo naar een ontroerend slot waarin dan toch, eindelijk, de verstilling mag komen.