En dan komt Theo Nijland. Hij zingt over die man die sproeierig praat, te hard lacht en je ongeschoren vol op de mond zoent. Gelukkig. Dit wordt geen avondje ‘van de doden niets dan goeds’.

Om Maarten is een hommage aan Maarten van Roozendaal. In 2013 overleed hij. En nu is er een theaterconcert. Een avond waarop vrienden en collega’s liederen zingen van, over en in de sfeer van Neerlands meest kleurrijke liedschrijver en zanger. Een ode aan wie hij was en waar hij voor stond.

Een eerbetoon aan een ruim een jaar geleden te vroeg overleden zeer gewaardeerde zanger: het zou kunnen ontaarden in een zoetsappig geheel. Maar de door Eva Bauknecht zorgvuldig in elkaar gezette avond omzeilt alle valkuilen. Het wordt, in de geest van Maarten, nergens vleierig of pathetisch.

Bij Maarten zat de kracht van zijn werk in het samenvallen van wat hij schreef, hoe hij het vertolkte en wie hij was. Wat gebeurt er als anderen zijn werk uitvoeren? Blijft het overeind? Heeft het net zoveel zeggingskracht? Of valt er ook nog wat nieuws te ontdekken?

Voor een echt eigen interpretatie is het wellicht nog wat te vroeg, ligt hij nog te vers in het geheugen. Maarten is aanwezig. Hij zit in een stembuiging, een klemtoon, een aangehouden noot, een over-articulatie, een armbeweging. Maar op voldoende momenten evenaart de uitvoering het origineel. Het gaat iets minder vaak door merg en been. Maar er is veel dat mooi en raak is.

Zo is daar het haast lome, door Ricky Koole prachtig ingetogen vertolkte Vermeer, waarin ze met een paar rake muzikale streken een (ge)liefde neerzet. Ook Marcel de Groot bewijst zich een bekwaam van Roozendaal-vertolker, onder andere in het wrange Kerstmis in april. Beatrice van der Poel schetst met Marlon het snedige beeld van de vroegoude narcistisch opgroeiende nieuwe generatie. Liefste voor één nacht, muzikaal niet het makkelijkste nummer, wordt knap en verhalend gezongen door Peter van Rooijen. En Theo Nijland probeert in het komische maar tevens ontroerende zelfgeschreven nummer Maarten gaf de pijp aan mij woorden te geven aan het gat dat geslagen is door het overlijden van de zanger. De avond wordt literair verrijkt met geestige verhalen van Thomas Verbogt. En dit alles wordt muzikaal en vocaal vakkundig bijgestaan door Dionys Breukers, Egon Kracht en Wouter Planteijdt.

Zo kleurrijk als Maarten zelf was, zo divers is deze avond. Alle zangers hebben hun eigen stijl en blijven die, binnen de gekozen nummers, trouw. Naarmate de avond vordert wordt het ook duidelijk hoe veelzijdig het werk van Maarten was, zowel qua tekst als muziek. Er zijn kleine, minimalistische gedichten, zoals het schrijnende Knijn, en meer cabareteske teksten zoals Judith, die muzikaal ook nog eens razend ingewikkeld in elkaar steken. En natuurlijk ontbreken ook de pijnlijk scherp geschreven nummers als Doden met verlof niet, bij vlagen venijnig gezongen door Meral Polat.

Indruk maakt Thomas Spijkerman die een geweldige pauzefinale geeft met het nummer Bloemen. Puur inhoudelijk is hij te jong voor deze tekst; hij zingt als een man van 54 die opnieuw bebaard en in Afghaanse jas zijn lief van bijna veertig jaar geleden uit haar burgerlijk bestaan probeert te lokken. Maar zijn uitvoering is  overtuigend. Spijkerman vertolkt dit lied met loepzuivere dictie en een aanstekelijke levenslust als rookte hij zelf zijn eerste stickie in de jaren ’60.

Ook Paul de Munnik toont zich een waardig vertolker van het werk van Maarten. Hij laat de woorden klinken, legt ze trefzeker neer en laat de taal optimaal zijn werk doen. Na eerder overtuigend De olielamp te hebben gezongen, sluit hij de avond af met het uitbundige en vlammende Mooi. Zo eindigt een prachtige ode aan de dode met een troostrijke lofzang op het leven.

Tijdens deze avond werd ook het boek Jij blijft bij mij gepresenteerd, uitgegeven door Nieuw Amsterdam. Het bevat, behalve een door Maarten samengestelde cd met daarop zijn beste liederen, alle teksten die hij ooit schreef, voor zichzelf en voor anderen. Het werd samengesteld door zijn weduwe en regisseur, Eva Bauknecht. In dit boek zijn er voor het eerst partituren van een aantal liederen uitgeschreven, door Egon Kracht. Hopelijk draagt dit bij aan meer Maarten. Door hem én door anderen.

Foto: Jaap Reedijk