Wie ondanks de stijgende temperaturen het lentegevoel nog niet echt te pakken heeft, doet er goed aan zich naar de nieuwe voorstelling Offspring van NDT2 te spoeden. In de twee wereldpremières en de reprise van choreografen en oud-NDT-ers Johan Inger, Lukáš Timulak en Alexander Ekman wordt het onstaan van het leven en de liefde gevierd en trekt de groep erop uit.

De toon wordt gezet met de openingschoreografie I new then van Johan Inger die hiervoor verschillende nummers van Van Morrison uitkoos. Inger vroeg de jonge dansers van NDT2 zichzelf te zijn en het resultaat is een vrij en sprankelend bewegingsspel van ongekende veelkleurigheid. In de losjes gestructureerde choreografie staat een danser even in zichzelf gekeerd te dansen of valt een danseres moeiteloos achterover in een bruggetje na een dynamisch duet. Een theatraler middendeel waarin een jonge man en vrouw zich tussen de halfronde haag van metalen palen rechts op het toneel voorzichtig tegenover elkaar uitkleden, bekeken en becommentarieerd door een derde persoon, komt minder goed uit de verf maar dat mag de pret niet drukken.

De enige vraag die I new then opwerpt is of deze aanstekelijke energie de rest van de avond te evenaren valt. De reprise van Lukáš Timulaks Offspring, titeldrager van het programma, laat zien dat dat nog niet zo eenvoudig is.

Net als zijn goed ontvangen choreografie Cacti (2010) werkt Alexander Ekman voor zijn nieuwe choreografie Left right left right met een groot ensemble. Bij aanvang zijn de dansers uniform gekleed in lichtgrijze kostuums en weids verspreid over de vloer, later krijgt iedereen zijn eigen platform, ditmaal heel verrassend een loopband. Dat is niet het enige wat associaties met zijn vorige werk oproept: ook de sterke danstaal, het onderzoeken van de danskunst en de knipoog zijn weer aanwezig. In Left right left right speelt Ekman onder meer met de gedachte hoe je een notie als reizen of voortbewegen in dans weergeeft – op het toneel, maar via videobeelden ook in de studio en op straat. Het bewegingsmateriaal dat door de bonte troupe dansers op verschillende plekken in de stad wordt uitgevoerd, tussen mensen die zelf onderweg zijn, blijkt juist vervreemding op te roepen en daardoor grote hilariteit, mede door de hardop uitgesproken gedachten van de dansers op tape. Tot zover is Left right left right boeiend. Een punt van kritiek is dat de choreograaf zijn concept te letterlijk benadert en uiteindelijk te uitleggerig wordt.

De openheid in de benadering van dans in Offspring, het zinderende dansmateriaal, de humor en de vrolijkheid, maken het programma licht maar overtuigend. Daarbij zijn de jonge loten die met hun fenomenale danskunsten aan de NDT-stam ontsproten zijn, als een frisse en betoverende lentebloesem.