Alex Klaasen en Henry van Loon staan op de Parade met een parodie op een Nederlandse popband. Die parodie begint uitdagend, maar verliest naar het einde toe aan kracht.

Neuken is voor meisjes begint als typische Parade-voorstelling: als het publiek binnenkomt, staan de muzikanten (Jan en Keez Groenteman) al te spelen en moedigen Van Loon en Klaasen ons aan om mee te zingen en te mee te klappen. ‘Waar zijn die handjes?’ roept Van Loon, terwijl hij voor de zoveelste keer het refrein van het openingslied inzet.

Op de Parade zijn de voorstellingen kort en dus is het belangrijk dat je als artiest het publiek meteen mee krijgt. Klaasen en Van Loon slagen daar perfect in en het format – de popband die nog één keer zijn grootste hits speelt – helpt daar fantastisch bij.

Klaasen en Van Loon zijn allebei erg goed in het uitvoeren van muzikale parodieën. Van Loon vormt met collega-cabaretiers Jeroen Woe, Niels van der Laan, Martijn Hillenius en Steef Hupkes de a-capellagroep Stanley en de Menzo’s, waarmee hij een aantal succesvolle kerstvoorstellingen maakte met grappige parodieën op (kerst)liedjes. Klaasen persifleerde lang geleden bij het tv-programma Kopspijkers al vaak (pop)artiesten en parodieert ook in zijn eigen voorstellingen verschillende muziekstijlen.

Ook samen zijn Klaasen en Van Loon erg sterk. Zo brengen ze een fantastisch lied in Nick en Simon-stijl, dat aan elkaar hangt van de clichés en waarin ze de Volendamse palingsound angstvallig goed weten te reproduceren. En spelen ze het eveneens zeer rake lied O dorp in het groen, over de popartiest die zo gewoon is gebleven en dat demonstreert door een nostalgisch lied over zijn geboortedorp te zingen.

Maar de voorstelling is meer dan een parodie op de Nederpop. Klaasen en Van Loon lijken aanvankelijk ook de gezellige Parade-sfeer te parodiëren. De liedjes waarmee ze die sfeer oproepen hebben soms namelijk behoorlijk foute teksten. Bij binnenkomst spelen ze bijvoorbeeld hun internationale nummer-1-hit Neuken is voor meisjes, een lied dat vrolijk klinkt maar qua tekst toch iets minder vrolijk stemt: ‘Neuken is voor meisjes / Jij komt er niet in / De toko is gesloten / Proberen heeft geen zin.’

Door dit anti-homolied te presenteren als een gezellige meezinger spelen Klaasen en Van Loon een spannend spel met de toeschouwer. We weten niet zo goed waar het heengaat: wordt dit nou gewoon een gezellige voorstelling of nemen de makers ons, als toeschouwers, op de hak?

Die spanning uit het begin weten Klaasen en Van Loon helaas niet vast te houden. Na een paar sterke openingsnummers volgen wat minder sterke liedjes, zoals het flauwe en platvloerse Ananas van karton (spreek uit: Anus van karton) en het absurde maar weinig om het lijf hebbende lied Deep Fried Parrot Love. Ook de korte gesprekjes die ze tussen de liedjes door met het publiek voeren zijn vaak behoorlijk flauw. Daarmee wordt het uiteindelijk toch gewoon een gezellige voorstelling, die zeker vermakelijk, maar ook weinig spannend en uitdagend is.