Haar handen, armen en gezicht maken de subtiele bewegingen waarmee wij Aziatische dansvormen het eerste associëren. Verrassender is de basis van dit alles: haar voetenwerk. Vaak razendsnel laat zij haar blote voeten op de kale toneelvloer klepperen.

Sreelakshmy Govardhanan is de koningin van de kuchipudi (hier geeft zij een korte introductie): een traditionele dansvorm uit de Zuid-Indiase staat Kerala die in Nederland zelden of nooit te zien is. Deze week wel, tijdens het India Dans Festival in het Haagse Korzo Theater. Govardhanans Natya Prapancham beleefde daar de Nederlandse première. De titel betekent zoiets als ‘dans van het universum’.

De show gaat over vijf vrouwen uit de hindoeïstische mythologie die staan voor de vijf elementen waaruit het heelal is opgebouwd: aarde, water, vuur, lucht en ether – niet het narcosegas, maar de ruimte. In het hindoeïsme staat de aarde voor geur, water voor smaak, vuur voor het gezicht, lucht voor aanraking en de ruimte voor het gehoor. Voor hindoes vormen mens, natuur en god één fluïde geheel, waarbinnen zij elkaar continu beïnvloeden en in en uit elkaar treden.

In haar dans doet Govardhanan niet anders. Met haar lichaam vertelt zij de verhalen van de vijf vrouwen, waarbij zij voortdurend van rol en perspectief wisselt. De muzikanten die haar begeleiden – in Den Haag helaas op tape – zingen ook lange teksten, soms adembenemend snel, gelijk op met Govardhanans voetgeklepper. Vaak zie je haar de tekst geluidloos mee zeggen, soms slaakt ze een kreet.

Tussen de vijf bedrijven door geeft de danseres tekst en uitleg. Volgens Govardhanan onderscheidt Kuchipudi zich vooral door zijn theatraliteit en expressiviteit van andere Indiase dansvormen zoals kathak. Misschien is het mijn ongeoefende oog, maar ik zie dezelfde theatrale en expressieve elementen terugkeren in alle Indiase dansvormen die ik tot dusver heb mogen aanschouwen – hoe zij de stemmingswisselingen van haar personages mimet met haar gezicht, hoe danseres en musici elkaar beïnvloeden en opzwepen, als jazzmuzikanten tijdens een jamsessie. Gezien de tape is die wisselwerking in Den Haag strak geregisseerd, maar toch duidelijk zicht- en hoorbaar.

Govardhanan bedoelt Natya Prapancham als ‘een ode aan de vrouw, want de vrouw ís het universum’. Je zou hier Indiaas feminisme in kunnen zien, als de boodschap van de teksten waarop zij haar voorstelling baseert niet zo ambigu was. Veruit de meeste hindoe-goden zijn vrouw of androgyn, en de eeuwenoude teksten onder het hindoe-geloof bevatten talloze adviezen en voorschriften die de vrijheid en eigen keuzes van vrouwen erkennen, zoals in seks en het huwelijk.

Maar er valt bijvoorbeeld ook in te lezen dat de vrouw altijd bescherming moet zoeken bij de man – eerst bij haar vader, dan bij haar echtgenoot en na diens overlijden bij haar zoon. Uit het rijke menu van de religieuze teksten lijkt de huidige Indiase maatschappij vooral te hebben gekozen voor afhankelijkheid en onderworpenheid van de vrouw. Althans, dat is de indruk die het nieuws vanuit India bij ons achterlaat.

De huidige premier Modi personifieert die ambiguïteit: hij is de politieke voorman van het hindoe-nationalisme dat zich steeds meer fundamentalistisch-vijandig gedraagt jegens andere religies, en van een ambitieus hervormingsprogramma voor de Indiase economie. Govardhanan treedt regelmatig op tijdens promotiemissies van de Indiase overheid, vorig jaar bijvoorbeeld nog op de Hannover Messe.

Haar techniek, expressiviteit en body control zijn verbluffend. Het publiek in het uitverkochte Korzo, onder wie veel Indiase Nederlanders, genoot met volle teugen en beloonde de danseres met een staande ovatie. Maar juist van een technisch zo superieure kunstenares als Govardhanan had ik graag wat meer avontuur gezien – persoonlijke reflectie, een eigen commentaar, een draai naar het heden. Door haar strikte trouw aan de oorspronkelijke mythes blijft Natya Prapancham voor mij iets te braaf.

Foto: Sabu Aadithy