‘Hij heeft wel duizend keer de Hitlergroet gebracht.’ De grijzende actrice achter het bureau vol papieren zegt het nadrukkelijk, na een lange stilte. Het is Kathenka Woudenberg en de ‘hij’ is haar vader.

Woudenberg komt uit een ‘foute’ familie. Haar grootvader was prominent NSB’er, haar vader zat als jongen bij de Hitlerjugend, maar was te jong om mee te vechten. Zijn oudere broer was wel oud genoeg en kwam om aan het Oostfront. Diens zoon en Kathenka’s neef is Helmert Woudenberg, die acht jaar geleden de voorstelling Leefbaar – de jood en de NSB’er maakte over hetzelfde onderwerp. Naar aanleiding van brieven die Kathenka aan Gerardjan Rijnders schreef, schreef hij voor haar het stuk Narciss.

Maar Kathenka is niet de acteur die Helmert is. De hele voorstelling blijft ze zitten op een stoel, terwijl ze vertelt over ‘de man die later haar vader werd’, een beroemde schrijver met wie de vrouw die later haar moeder werd een verhouding had  en over de stilte van de jaren zestig, toen alles bespreekbaar was, behalve als het over de oorlog ging. Ze speelt het verhaal in dialoog met zichzelf, maar ondanks deze ingreep en de paar liedjes die ze (mooi) zingt, blijft de voorstelling vlak en traag.

Het decor (Marjolein Ettema) is het best: een metalen wand die haar van drie kanten omringt, onregelmatige tralies die doen denken aan het voegwerk in een bakstenen muur, met opgerolde papiertjes ertussen die er onmiddellijk de klaagmuur in Jeruzalem van maken.

Misschien is het probleem ook wel dat tussen alle egodocumentaire en Facebook-voorstellingen in het Nederlands theater Narciss met haar al te subtiele poëzie, haar vele herhalingen, haar omwegen en haar diffuse focus eenvoudigweg enorm ouderwets aanvoelt. Iets meer ongedwongenheid of humor zou ook nog kunnen helpen. Nu is Narciss vooral saai.

(Foto: Ben van Duin)