Simon Simons weet niet wat hij met zijn leven aan moet. Hij is werkeloos, heeft geen doel, en nu is de leverworst ook nog op. Hij kan er kortom net zo goed een einde aan maken. Die mededeling schokt de vrouwen om hem heen, maar ze zien ook kansen. En voor de toeschouwers het in de gaten hebben, lopen ze met een ukelelespeler in tijgerpak mee door de Rotterdamse Schouwburg in een begrafenisstoet voor een nog levende man.

Het is een ingewikkeld project dat regisseuse Sarah Moeremans heeft opgezet met elf studenten van Artez (zeg maar de Arnhemse toneelschool). Als de licht narcistische Simon het eenmaal over zijn zelfmoordplannen heeft gehad, sleuren de omstandigheden hem mee door de krochten van de schouwburg. In kleedkamers, opslagruimten en uiteindelijk de parkeergarage worden tien scènes gespeeld, als omgekeerde kruiswegstaties.

Omgekeerd, omdat Simon op weg naar zijn dood eigenlijk steeds vrolijker wordt. Allerlei groeperingen juichen hem toe als een held omdat ze hem voor hun karretjes willen spannen. De intellectuelen claimen hem als een slachtoffer van de waarheid in een wereld waarin de nuance ten onder gaat. Feministes willen dat hij sterft voor een vrouw. Een martelaar voor de kunst zit er ook nog in –  hij was na de aanschaf van het boek Tuba voor dummies immers lekker op weg om muzikant te worden. Het milieu is ook een schone zaak en uiteraard sluit het geloof aan in de rij van redenen om te sterven. ‘Naar een betere wereld voor een betere wereld.’ Met zoveel keuzes kom je nauwelijks meer aan sterven toe.

Sarah Moeremans baseerde haar tekst op De zelfmoordenaar, een sociale satire van Nicolai Erdman die ingaat op de politieke situatie van Rusland anno 1928. Zo beroerd is het hier nog niet, dus ligt de nadruk op Simon, de mensen om hem heen en de marketing van een zelfmoord.

Moeremans schrijft levendige scènes waar de theaterstudenten goed raad mee weten; ik zou ze graag nog eens zien in andere rollen. Ze zorgt ook voor handige, soepele overgangen tussen de scènes. Een leukere rondleiding door de Rotterdamse Schouwburg krijg je niet snel.

Hoe meer stemmen zich mengen in de argumenten voor Simons dood, hoe meer muziek er in de voorstelling komt. Singer/songwriter Eefje de Visser schrijft eenvoudige repetitieve melodielijnen die zich weinig van de tekst lijken aan te trekken, maar waarin de boodschap toch overkomt. Herhaalde akkoorden zorgen voor uitstekende processiemuziek.

Per voorstelling kunnen dertig toeschouwers mee. Ook daardoor zijn de voorstellingen snel uitverkocht. Rotterdam heeft al extra voorstellingen geprogrammeerd, daarna is My first suicide nog te zien in Amsterdam en Arnhem. Hopelijk blijft het daar niet bij.
(foto: Suzanne Ophof)