De Zwitser Milo Rau maakt politiek theater in de vorm van re-enactments, letterlijk: heruitvoeringen. Met zijn International Institute of Political Murder her-ensceneert hij historische gebeurtenissen op basis van uitputtend onderzoek, meestal met professionele en niet-professionele acteurs die een band hebben met wat er eerder is voorgevallen. Hate Radio bijvoorbeeld, over een radiostation dat de genocide van 1994 in Rwanda hielp aanwakkeren, is bezet met slachtoffers van die ramp. De shows worden verrijkt en ondersteund met lezingen en publicaties, en vaak ingebed in meerjarige cycli.

Festival De Keuze van de Rotterdamse Schouwburg sloot dit jaar af met een double bill uit Rau’s oeuvre: The Moscow Trials en Breivik’s Statement. De laatste voorstelling is een simpele voorlezing van het betoog aan zijn rechters van Anders Breivik, de Noorse rechts-extremist die op 22 juli 2012 77 mensen doodde. De eerste voorstelling is de derde en laatste trap van een ‘raket’ die in maart 2013 werd gelanceerd. Toen organiseerde Rau een driedaagse re-enactment-in-één van drie afzonderlijke Russische strafzaken: tegen de makers van de kunsttentoonstellingen Pas op! Religie (2003) en Verboden kunst (2006), en tegen de band Pussy Riot. Als podium koos hij het Sacharov Centrum in Moskou, een historisch beladen plek. De tentoonstellingen werden daar gehouden, en het is genoemd naar een van de dissidenten uit de Sovjet-tijd.

Tijdens De Keuze 2013 was de tweede trap te zien: een installatie rond de integrale videoregistratie van de heruitvoering. Een jaar later toonde Rau in Rotterdam de documentaire van anderhalf uur die hij uit al dat materiaal heeft gecomponeerd. Een echte rechtszaak is zo’n re-enactment natuurlijk niet. Maar hij is in menig opzicht ‘echter’ dan de drie originelen. Dat waren showprocessen zoals in Stalins tijd, waarvan de uitkomst bij voorbaat vaststond: de verdachten werden veroordeeld voor ‘hooliganisme’ en heiligschennis.

Rau echter hield zich nauwgezet aan de regels van het Russische procesrecht. Bij hem kregen aanklagers en verdedigers evenveel tijd en was de zevenkoppige jury die het vonnis moest bepalen wel een eerlijke afspiegeling van de bevolking van Moskou. De verdediging liet hij voeren door de advocaten die destijds de tentoonstellingsmakers hadden bijgestaan. Als aanklagers vroeg hij diepreligieuze en ultranationalistische Russen, van het soort dat de ‘blasfemische’ tentoonstellingen kort en klein had geslagen.

Het resultaat is verbluffend, en dat laat de documentaire heel wat effectiever zien dan de installatie van vorig jaar. De orthodoxe ultra’s voelen zich door Rau duidelijk serieus genomen – misschien wel voor het eerst. Met grote ernst en overgave, en bepaald niet zonder eloquentie, spelen zij het spel van de rechtsstaat, die zij elders en op andere momenten naar believen letterlijk in elkaar trappen.

Twee keer wordt het echter-dan-echte circus in het Sacharov Centrum onderbroken door pesterijen van de Poetin-staat. Eerst komen immigratie-ambtenaren de papieren van Rau en zijn medewerkers controleren, later probeert een stelletje tuig met kozakkenmutsen binnen te dringen om de deelnemers een pak slaag te geven. Beide keren zijn het de orthodoxe aanklagers die voor Rau in het krijt treden. En met succes. ‘Laat ons ons werk doen,’ roept een van hen tegen de indringers. ‘U bezorgt de Russische staat een slechte naam.’

Rau’s politieke theater is noch een aanklacht, noch belerend, zoals het vreselijke Proloog uit de jaren zeventig. De Zwitser doet zoveel mogelijk recht aan alle betrokkenen bij een politiek beladen calamiteit. Die leren daardoor anders naar zichzelf en naar elkaar kijken, en besmetten onherroepelijk ook de toeschouwer met hun nieuwe openheid. The Moscow Trials is een verademing, vergeleken met de platte en voorspelbare retoriek die Europa en Rusland nu uitwisselen, sinds de oorlog in Oekraïne en de ramp met vlucht MH-17. De film injecteert hoop en verwachting in een schijnbaar hopeloze situatie.

Breivik’s Statement heeft die brede werking en strekking niet. Breiviks eigen verdediging is een onpersoonlijk, pompeus en gelijkhebberig politiek traktaat. Hij trekt van leer tegen de islamisering van Europa, vrije seks, geslachtsziekten, homohuwelijken en geboortecijfers, zonder een begin van een antwoord te geven op de vraag waarom hij dan uitgerekend overwegend autochtone Noren als slachtoffers koos. Rau laat deze tekst voordragen door een vrouw, de Duits-Turkse actrice Sascha Soydan. Droog en ondramatisch, zodat de toeschouwer wordt gedwongen de woorden op zich te laten inwerken. ‘Het meest schokkende,’ zei Soydan tijdens een discussie na afloop, ‘vind ik hoe weinig schokkend Breiviks tekst is.’

We hebben het al te vaak gehoord: het is bijna of je Geert Wilders hoort praten, of wijlen Jörg Haider, of Christoph Blocher uit Rau’s moederland. Dat alleen maakt Breivik’s Statement nog niet voldoende de moeite waard. Ongetwijfeld is ook deze voorstelling slechts het begin van een cyclus. Met Milo Rau weet je nooit wat er nog komt.

Op de foto: Sascha Soydan in Breivik’s Statement