Tien jaar gelden speelden de Groningse theatergroep De Jongens hun eerste voorstelling Monaco op diverse festivals. Nu, in het kader van hun tienjarige bestaan, blazen ze deze show nieuw leven in. Vier jonge mannen hebben een vriendschap gebaseerd op allerlei gewelddadige spelletjes. Helaas wordt het nergens echt gevaarlijk.

Op de flyer staat te lezen dat de jongens bekend staan ‘om hun rauwe beeldende voorstellingen vol absurde slapstick en effecten’. En op hun website staat dat ze deze voorstelling ‘met groot succes speelden op Oerol, de Parade en Noorderzon’. Helaas maken ze deze belofte niet waar. Elementen van slapstick zitten er zeker in, en ook de nodige effecten ontbreken niet. Maar het is allemaal net te flauw. En echt grappig wil het niet worden.

De voorstelling is een aaneenschakeling van sadistische daden, zowel toegepast op elkaar als op zichzelf. Er wordt gedronken uit de houder van de wc-borstel, er wordt creatief gebruik gemaakt van een nietmachine en elektriciteit, en er verdwijnt een penis tussen de metalen laden van een gereedschapskist. Verder vallen er veel klappen en vloeit er geregeld bloed. Maar het geheel verloopt traag. De scènes zijn niet absurd genoeg en worden maar matig gespeeld. En de voorstelling weet niet echt te boeien.

Er zijn een paar aardige momenten. De scène waarbij een van de jongens in een stofzuiger belandt is grappig bedacht. En als ze met dartpijltjes op elkaar gaan gooien, hou je even je hart vast. Maar dit is van korte duur. De pijltjes worden keer op keer tegengehouden door een deur open te klappen. De scène herhaalt zich op deze manier en verliest daarmee de zo wenselijke spanning.

Dieptepunt van de voorstelling is het gevecht met de woordspelingen. Onder luid roepen van ‘Sla ‘m op z’n bek’ krijgt de ene opponent een krop sla in zijn hand gedrukt, bij ‘blaas ‘m op’ is dat een fietspomp, en bij ‘trap hem’ wordt en een huishoudladder tevoorschijn getoverd. (En bedenk zelf de beelden bij de grasmaaier, de bijl, de pan en een garde.)

Op een zomerfestival, met bier in de hand, is dit alles misschien wel geinig. Misschien. Maar voor een avondvullende voorstelling in het theater is het helaas te mager.

Foto: Marc Knip