Het begint met het sterven. Waar de dood van de vader in kunst en mythologie vaak een triest, maar noodzakelijk kantelpunt vormt in de volwassenwording van de protagonist, daar laat die van de moeder hier slechts een poel van verdriet achter, waarin de achterblijvers hulpeloos rondspartelen. Moeder is na Vader het tweede deel in een trilogie van het Brusselse gezelschap Peeping Tom rond het gezin. De kinderen zullen volgen in het derde deel.

Ten opzichte van Vader keerden Peeping Tom-oprichters Gabriele Carrizo en Franck Chartier voor Moeder de rollen om. Zij regisseerde, hij assisteerde. Het heeft geleid tot een associatieve voorstelling waarin dans, tekst, geluid en visuele tableaus samenvloeien. Het gezelschap weet daarmee een aantal ijzersterke beelden te creëren die nog lang op je netvlies blijven branden. Zoals een bevallingsscène die in al z’n abstrahering en muzikaliteit ontroert. Die scène wordt gevolgd door een exorcistische solo van danseres Yi-Chun Liu. In een paar tellen slaat de uitbarsting van vreugde en vitaliteit om in angst voor het verlies van dat leven.

Zo schiet de voorstelling heen en weer tussen genres en tonen, en het grootste deel van de tijd werkt dat sterk. Door het herkenbare decor, dat het midden houdt tussen een museum en ziekenhuis, en dankzij het geluidsontwerp, dat voor een groot deel live op het podium wordt geproduceerd. Met instrumenten en zang, maar vooral ook met foley-technieken: geplons in een bak water, een elastiekje als hartslag. Daar staan ook stukken tegenover die minder sterk zijn. Een scène rond een koffiezetapparaat is net te melig en ondermijnt daarmee de balans tussen melancholie, humor en verontrusting die Peeping Tom in veel andere scènes zo goed weet te behouden.

Moeder gaat over moederschap, maar in meer overdrachtelijke zin ook over vaderschap. De beveiliger van het museum vervangt gedurende de voorstelling alle schilderijen door portretten van zichzelf. Als om ons eraan te herinneren dat we nog altijd in een patriarchaat leven. Want ook hier zijn de mannen baas en bewaker. Maar vooral zijn ze vaak ontzettend onbeholpen. Vooral als het verdriet toeslaat. Dat verdriet slaat de mannen en vrouwen even hard tegen de grond, maar het is de veerkracht van de vrouwen die grote indruk achterlaat.

Een aantal keer is ‘Erbarme dich, mein Gott’ te horen, waarin God – ultieme vaderfiguur  – wordt aangesproken op het veroorzaakte lijden en Zijn gebrek aan medeleven. Het is geen toeval dat Bach die aria schreef voor een alt en het hier wordt gezonden door sopraan Eurudike De Beul. Al dwong Bachs tijd dat het werd gezongen door een countertenor, het was en is de stem van een vrouw. Een moeder wellicht.

Foto: Herman Sorgeloos