Na dertien jaar staan Karel de Rooij en Peter de Jong weer in het theater als Mini & Maxi. Ze spelen hoogtepunten uit hun repertoire en dat doen ze met verve: muzikaal en fysiek zijn ze nog altijd bijzonder sterk en ook de voorstelling als geheel is behoorlijk geslaagd. 

Karel de Rooij (Mini) en Peter de Jong (Maxi) maken theater zoals je dat haast niet meer ziet. Hun werk staat in de traditie van het variété, een theatervorm die door jongere generaties nauwelijks nog beoefend wordt, op de Ashton Brothers na misschien. Je zou het ook muzikale slapstick kunnen noemen: De Rooij en De Jong vallen van het toneel, rollen over de piano en bespelen een grote hoeveelheid instrumenten (piano, viool, mondharmonika, panfluit), waarmee ze veel grapjes uithalen. Zo pakt Peter Karels vioolstok af om zich op zijn rug te krabben en drukt Karel per ongeluk zijn viool plat als hij de klep van de vleugel dichtslaat.

Deze grove gebaren vormen een mooi contrast met de scènes die het juist van de subtiele bewegingen moeten hebben. De bekende scène met de jas bijvoorbeeld, waarin De Rooij en De Jong elk hun arm door de mouw van een jas steken en zo, met weinig theatrale middelen, een derde personage tot leven wekken. Of die scène waarin een oude, niezende poppenspeler (De Jong) zijn viool spelende pop (De Rooij) tot in de kleinste bewegingen controleert.

De Rooij en De Jong spelen, geregisseerd door Jos Thie, al die scènes met veel vakmanschap. Ze zijn duidelijk wat ouder geworden en klimmen niet meer over toeschouwers heen, maar de scènes die ze wél spelen, beheersen ze nog helemaal. Dankzij een aantal goede (regie)keuzes is de voorstelling ook qua compositie en setting behoorlijk geslaagd. De Rooij en De Jong hebben een scherpe selectie gemaakt uit hun repertoire (de voorstelling duurt slechts 75 minuten) en de nummers wisselen elkaar in een prettig tempo af. Daarnaast zijn de muzikanten, die vroeger vaak een prominente rol hadden, nu afwezig, waardoor het showelement wat naar de achtergrond verdwijnt en er ruimte is voor meer intimiteit.

Wel jammer is dat De Rooij en De Jong naast hun eigen repertoire een aantal korte dialoogjes uit Wachten op Godot van Samuel Beckett spelen. Daarmee verwijzen ze terug naar hun eigen optreden in dit stuk in 2004 bij het Nationale Toneel. In Nu moeten die dialoogjes vooral de overgangen tussen de verschillende scènes markeren. Dit voelt helaas wat geforceerd en bovendien zijn De Rooij en De Jong muzikaal en fysiek een stuk beter dan in hun tekstbehandeling.

Gelukkig duren de gesproken teksten nooit lang. Al met al is Mini & Maxi Nu een vermakelijke compilatievoorstelling en een mooie gelegenheid om Mini & Maxi nog een (laatste?) keer live aan het werk te zien.