Na eerdere succesvolle voorstellingen over Nederlands-Indië en de Eerste Wereldoorlog, tapt Diederik van Vleuten (1961) nu uit een ander historisch vaatje. Dit keer staat niemand minder dan Winston Churchill centraal in zijn programma, maar toon en inhoud zijn persoonlijker dan hij in eerste instantie doet vermoeden.

De buste van sir Winston Churchill, de voormalige Britse staatsman ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, staat pontificaal op het toneel, uitgelicht met een extra spot. De reden is navenant: Van Vleuten vertelt gretig over zijn inspiratiebron in relatie tot de opvoeding die hij zelf heeft genoten. Zo heeft Van Vleuten talloze biografieën gelezen, en aan de hand van zijn vader iedere zondagochtend langspeelplaten met speeches beluisterd. Vader Ron van Vleuten stond bekend als fervent Churchill-imitator, wat op zijn beurt door zoon Diederik zeer goed wordt nagedaan. Het decor bestaat verder uit de eettafel van de Van Vleutens, omringd met vijf stoelen waar later op de avond aan wordt gerefereerd.

Het is het recept dat Van Vleuten vaker hanteert: hij verweeft zijn persoonlijke geschiedenis met die van de wereld, zelfs lijkt hij die twee verhaallijnen op sommige momenten in elkaar te laten haken. Daarbij is het altijd spannend waar de grens tussen feit en fictie ligt, zeker wanneer hij vertelt over de belevenissen van zijn oom Dick in Den Haag en Zuid-Afrika. Het aanstekelijke enthousiasme van Van Vleuten draagt bij aan de kwaliteit van de voorstelling, want niet alleen de inhoud, maar ook de vorm past hem als een jas.

Prettig aspect is ook dat er niet is gekozen voor een parallel chronologische vertelling, maar dat er meerdere thema’s worden uitgediept. Zo vertelt hij over zijn fascinatie voor slagvelden en begraafplaatsen, zijn (eenzame) studententijd in Amsterdam en de uitgestelde viering van zijn vijftigste verjaardag. Op fraaie wijze, gelardeerd met zelfspot, legt hij zijn eigen leven langs de meetlat van de mannen die zijn leven sterk hebben beïnvloed: zijn eigen vader, opa Hylke uit Zwolle, en ook Winston Churchill. De imitaties die hij tussendoor te berde brengt, zoals die van een Amsterdamse trambestuurder, vormen de hoogtepunten van de voorstelling. Toch is Van Vleutens cabaret nooit doordrenkt van lollige grappen, en dat blijkt vooral wanneer hij bekent dat hij, net als Winston Churchill, op een zeker moment in zijn leven, in mei 1988, de woorden niet kan vinden als zijn zusje zorgt voor een familietragedie. Die wending tilt het programma naar een hoger niveau, terwijl de toon over het geheel luchtig blijft.

Ondanks enkele versprekingen en een wat sobere uitvoering, blijft Van Vleuten als verteller met gemak op de been, en blijft als toetje de beste imitatie voor het laatst bewaard.

Foto: Katinka Krijgsman