Het meisje dat ‘loos’ was mag dan volgens het liedje een weergaloos avontuur beleven als ‘lichtmatroos’, voor het publiek is de reis naar Meisje Loos (6+) van Theater Gnaffel niet minder spannend. Eerst stappen we aan de kade van het Zwolse Rodetorenplein met maximaal acht personen tegelijk in een wankel fluisterbootje. ‘Ik voel me net een Syrische vluchteling’, merkt een medereiziger op. Een van ons moet het bootje besturen, of we dat nu eerder gedaan hebben of niet. Vervolgens kabbelen we zigzaggend het Zwarte Water op, om aan te meren in een haventje aan een straat die Industrieweg heet. Daar ligt een schip met op de kade ervoor een tribune. Overgeleverd aan de kille septemberavondelementen wachten we hier op wat komen gaat.

Gelukkig weten Gerwin Groote en Willemijn de Jonge, de twee acteurs in Meisje Loos, ons al snel te verwarmen. Met behulp van de bekende levensgrote Gnaffelpoppen vertellen ze op energieke wijze het verhaal van het meisje Elsje dat op zoek gaat naar haar vader, zich verkleedt als jongen en aanmonstert op een schip. Wanneer de kapitein de ware aard ontdekt van zijn jongste matroos, smeekt Elsje: ‘Och kapteintje, sla me niet, Ik ben uw liefje zoals gij ziet.’ En ze duikt met de kapitein de koffer in. Zwanger keert zij huiswaarts.

Hé, wacht eens even… Dit was toch een voorstelling vanaf 6 jaar? De koffer in, zwanger? Kan de ‘tere kinderziel’ dat wel aan? Ach, natuurlijk wel! De wereld van oude volksliedjes die Theater Gnaffel hier tot leven brengt, toont ons een tijd die onvoorstelbaar veel harder en zwaarder was dan de onze. Ook jonge kinderen, zeker die ‘uit het volk’, wisten toen heel goed wat er te koop was. Net als jonge kinderen van nu overigens, ook al denken volwassenen graag van niet. Niks geen tere kinderziel dus, gewoon de waarheid, en die is hard, maar ook ontroerend en mooi.

Ook mooi om te zien is hoe Elout Hol, oprichter en artistiek directeur van Theater Gnaffel uit Zwolle, zijn vakmanschap van inmiddels bijna dertig jaar doorgeeft aan een nieuwe generatie. De jonge acteurs maakten deze voorstelling zelf, op een tekst van Bouke Oldenhof, geregisseerd door Jawi Bakker, en met een mooie bijrol van Martin Geessinck op percussie. Maar Elout Hol maakte nog altijd zelf de intrigerende, een beetje spooky poppen, en coachte het poppenspel. Dat is een vak apart.

Bij Gnaffel verdwijnt de acteur namelijk niet in de pop, maar hij/zij gaat er een dialoog mee aan, een beetje zoals een buikspreker dat doet, al is de theatrale truc hier volledig zichtbaar. Wie het goed doet, weet een perfecte illusie te creëren van een levend personage. En Groote en De Jonge doen het uitstekend. De toekomst van het poppentheater is veiliggesteld, hier in Zwolle. Verwarmd door blijde gedachten, stappen we weer in de fluisterbootjes terug naar het Rodetorenplein. Pas in de auto barst de regen los. Zoveel macht kan theater hebben.

Foto: Erik Franssen