De toeschouwers moeten zestig traptreden beklimmen om de fraaie, bakstenen Michaëlskapel te bereiken in de Utrechtse Domtoren, een uitgelezen locatie voor een religieus getinte voorstelling over de schepping van God, over Adam en Eva en aartsengel Lucifer, de tegenstander van het eerste menselijk paar.

De Turks-Nederlandse theatermaker Tarkan Köroglu (1969) is oprichter van het geselschap EA. In 2011 bracht het gezelschap een filosofische voorstelling uit, de Enigma variaties van de Franse auteur Eric-Emmanuel Schmitt. Binnenkort komt deze voorstelling terug in het Compagnietheater. In veel opzichten is Lucifers val een door theatermaker Köroglu persoonlijk geschreven vervolg op de Enigma variaties. Opnieuw gaat het over grote thema’s die op aanschouwelijke en dramatische wijze worden gebracht. In Lucifers val vertolkt Anne Fé de Boer in een sierlijke monoloog de verschillende rollen. Op het reusachtige glas-in-loodraam achter haar vinden video- en lichtprojecties plaats door de lichtkunstenaars van NOHlab, afkomstig uit Istanbul.

De actrice draagt een wit kostuum dat associaties oproept met een bruidsjurk. Maar nadrukkelijk zitten er rafels aan. In de eerste scène is zij Eva en haar eerste woorden zijn: ‘Ik ben een helper.’ Hiermee zet ze op verrassende wijze de toon: Eva is de gedienstige vrouw die de man wil bijstaan. Op subtiele wijze strekt ze haar hand uit, waarin een appel is verborgen. Neem die vrucht maar, suggereert dit gebaar. Je hebt immers honger.

Dat is ze dus, een schuldeloze helpster. In de volgende scènes vertolkt De Boer afwisselend de rollen van God, Lucifer en Eva. Het Bijbelse verhaal over Lucifer die het niet kan verkroppen dat God de mens heeft geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis heeft prachtige dramatische aspecten. Het befaamde treurspel Lucifer (1654) van Vondel is daarvan het eerste voorbeeld in het Nederlandse theater.

Nu treedt Köroglu in Vondels thematiek, maar hij geeft er een andere wending aan. Omdat actrice de Boer alle rollen speelt, krijgt haar Lucifer een tragische rol. In tekst en spel krijgt Lucifer een herkenbare gestalte. Voor het eerst begreep ik de pijn die hij voelt wanneer God, zijn opperheer, zijn maatstaf, de aartsengelen in de hemel passeert om zoiets lelijks en vreemds te scheppen als de mens, en dat nog wel geboetseerd uit klei!

Ook God zelf krijgt een stem, door De Boer ideaal vertolkt met zware stem en de nodige arrogantie. Al staat daar een jonge actrice, we zien in haar gestalte een wijze oude man die nog eens hoofdschuddend zijn schepping bekijkt. Misschien had het beter gekund, maar ach, laat de mens maar aan zijn wankele bestaan beginnen. Ondertussen jagen en suizen de videoprojecties op adembenemende wijze voorbij. Nu eens dwalen witte sterrenbeelden in ijle vormen over de achterwand, alsof het stofdelen zijn waarvan de mens is geschapen, dan weer groeit er een weelderig paradijs in allerhande kleuren groen op tegen het gebrandschilderde raam en het baksteen. De kapel verandert in een mystieke ruimte. Wanneer God aan het woord is, glijden er blauwe flarden hemelkleur over speelster en decor.

Het dilemma schuilt in de schitterend geacteerde spanning tussen goed en kwaad, hemel en aarde. God is overtuigd van zijn goedheid: want de aarde heeft de mens nodig. Lucifer is overtuigd van zijn gelijk, en dus van zijn tragiek: hij was Gods uitverkoren paladijn, waarom moet de mens hem verstoten? Adam heeft honger en tot slot draagt Eva de kern van het conflict in zich. Haar mooiste zin luidt: ‘Het is niet goed dat hij alleen is.’ Deze zin gaat over Adam. Ze wil hem bijstaan, samen met hem een twee-eenheid vormen. Dat zij daarmee ongewild het bestaan van de hele mensheid op het spel zet, ligt buiten haar wil. Dat heeft ze niet gewenst. Ondertussen heeft Lucifer het pleit verloren. De mens heeft de hemelse rechtvaardiging van zijn bestaan ondermijnd. De Lucifer van Anne Fé de Boer is een tragische verliezer die compassie wekt. Ondertussen maakt de actrice duidelijk dat de menselijke liefde het paradijs op aarde kan scheppen. Prachtige gedachtelijnen liggen aan Lucifers val ten grondslag.

(foto: Jochem Jurgens)