Met zijn performance Lolling and Rolling legt de Zuid-Koreaanse theatermaker Jaha Koo eenvoudig en subtiel de vinger op een maatschappelijk probleem in zijn moederland.  

Achterin op het podium zit een jongeman achter een tafel met een laptop en dj-apparatuur. Linksachter hem een filmdoek. Dat is het sobere decor van Lolling and Rolling van de Zuid-Koreaanse theatermaker Jaha Koo.

Zonder theatrale opsmuk doet Koo zijn verhaal. Dat wil zeggen: het zijn vooral de beelden op het doek die spreken, ondersteund door de stem van de Amerikaanse voice-over en de elektronische muziek. Slechts eenmaal verlaat Koo zijn plek. Dat is als hij naar voren komt om het publiek kort in het Koreaans toe te spreken. Geen ondertiteling, we snappen niets van zijn woorden. Het illustreert hoe groot de afstand is tussen mensen als ze elkaars woorden niet verstaan.

In Lolling and Rolling verweeft Koo zijn eigen verhaal met een maatschappelijke kwestie in Zuid-Korea: hoe de Westerse cultuur en vooral de Engelse taal er op een voetstuk worden gezet. Kinderen aan wier tong niets mankeert, krijgen een operatie om een tongspier te verlengen om de letter R – die in het Koreaans niet bestaat – zonder mankeren uit te spreken. Koo, uitdrukkingsloos van het begin tot het einde van de voorstelling, toont close-up-beelden van zo’n operatie. Het effect is maximaal: het publiek keert zich in afgrijzen af.

Dan Koo’s eigen verhaal. In 2011 kwam hij naar Amsterdam om aan de theaterschool te studeren. Maar zijn gebrekkige beheersing van de Engelse taal zat hem danig in de weg. Met software en dj-apparatuur ging hij aan de slag om de taal onder de knie te krijgen. Koo maakt het publiek deelgenoot van zijn eigen worsteling met het Engels. Af en toe – en dat zorgt gelukkig voor enige lichtvoetigheid in de verder vrij serieuze voorstelling – articuleert en herhaalt hij de Engelse woordjes. Waarbij hij met de apparatuur voor grappige versnellingen en vertragingen zorgt.

Verder krijgen we in Lolling and Rolling de lotgevallen te horen van het Zuid-Koreaanse jongetje Noah en zijn familie. Noah moet excellente Engelse lessen krijgen om zijn toekomst veilig te stellen. Tegen elke prijs, letterlijk en figuurlijk en met tragische gebeurtenissen tot gevolg. Koo verbindt met videobeelden, foto’s en muziek het verhaal van Noah aan grotere maatschappelijke en historische kwesties: imperialisme en postkolonialisme.

De Zuid-Koreaanse theatermaker spreekt geen openlijk oordeel uit. Maar het filmpje aan het einde zorgt voor een ongemakkelijk gevoel. We zien de spreekbeurt van een Koreaanse jongetje van een jaar of elf. Is het Noah? Aandoenlijk en hartverwarmend om te zien hoe hij met aanstekelijk enthousiasme en in vlekkeloos Amerikaans Engels zijn verhaal vertelt. En hoe belangrijk een uitstekende beheersing van die taal wel niet is. English is not rubbish, it’s very useful’, verkondigt het joch. Zeker. Maar tot welke prijs? Met Lolling and Rolling zet Koo zijn publiek op een eenvoudige en doeltreffende manier aan het denken.