De Parade is allang niet alleen (theater)kermis en buitenhorecagelegenheid voor happy people meer, maar ook speeltuin, uitprobeerplek, dromentuin en dolhuis. De laatste jaren gebruiken ook doorgaans heel serieuze theater- en dansgroepen het podium als vrijplaats voor andere ideeën, invalshoeken en spelopvattingen. En ze proberen er een ander publiek aan te spreken. In Liefde is een donut verkennen drie acteurs van Het Nationale Toneel hun kluchtige kant. En hun schrijfkwaliteiten.

Achttien is ze en hoogzwanger, het kassameisje Manilla van de supermarkt (Anniek Pheifer). Ze is te snel getrouwd, omdat haar vader zei: ‘Als de maten kloppen, moet je het vasttimmeren.’ Dat bleek geen goed idee: de bruidegom ging ervandoor met haar beste vriendin. Op haar bruiloft draaide de dj Staying alive, en toen ging haar vader dood. Aan zijn ijzeren levenswijsheden kon ze zich dus ook niet meer vasthouden. Moeder had al iets te veel ingenomen om het meteen te beseffen.

Toch is het niet zo dat de jonge, maar toch al door het leven getekende caissière zich niet in de belangstelling van mannen mag verheugen. Die zijn wel wat ouder. Corné (Vincent Linthorst), een eenzame kantoorman, adoreert haar. Van hem is de uitspraak: ‘liefde is een donut – jij hebt al het lekkers, ik heb het gat’. Als Manilla hem zegeltjes aanbiedt ‘voor korting op iets leuks’, zegt hij: ‘het hele leven is korting op iets leuks’.

De principieel blije en optimistische supermarktmanager Peter (Mark Rietman) krijgt op een andere manier warme gedachten van haar en ziet woedend hoe Corné en Manilla steeds dichter bij elkaar komen. Dus verzint hij een list: hij maakt Manilla medewerkster van de maand. Bij de feestelijkheden (zoals de hele voorstelling opgeluisterd door de prima muzikanten Rob Stoop, Ton Nieuwenhuizen en Wouter Mooy) kan hij zich niet beheersen. Manilla trekt de wijde wereld in en ook Corné zal nieuwe wegen moeten kiezen.

Liefde is een donut is een grappig tafereel dat geheel in de trant van De Parade niet in de eerste plaats mikt op subtiliteit. De door de acteurs geschreven tekst heeft verrassende, grappige en poëtische kanten en een wat geforceerd einde. Het is interessant om drie spelers uit Het Grote Toneel buiten hun normale habitat te zien. Het lukt Pheifer en Linthorst door al hun gedol heen ook om tragiek te laten zien – de eerste met een vet Brabants accent, de tweede met op elkaar geklemde kaken. Hij doet denken aan Frank van Putten, de getergde zoon van een dominante moeder die Wim de Bie ooit bedacht en speelde. Rietman is hun zonnige tegenhanger met zijn klant-is-koning-filosofie, maar blijkt gaandeweg behoorlijk onaangename driften te hebben.

Linthorst, Pheiffer en Rietman maken met duidelijk plezier gebruik van de speeltuin- en uitprobeerfunctie van De Parade. Het lastige is om een stuk op maat van het festival te knippen. Dat is niet helemaal gelukt, maar wie weet waar Liefde is een donut nog toe leidt.

Foto: Lukas Tulkens