De Queeste (Hasselt, België) is dan wel officieel vanaf 30 mei gefuseerd met Braakland/ZheBilding (Leuven, België) tot het nieuwstedelijk, maar het talentontwikkelingsproject Een lichaam is nog een productie van het oude gezelschap. Jaren heeft De Queeste afstudeerprojecten van de Regie Opleiding van Toneelacademie Maastricht begeleid, en Een lichaam is het laatste. Jammer dat dat laatste project niet zo goed is als de vorige.

Medea, De city, Disco Pigs waren de afgelopen jaren afstudeervoorstellingen om u tegen te zeggen; zie de archieven. Een lichaam, naar een tekst van de Noorse schrijver Geir Gulliksen, is dat niet geworden. Ligt het aan de tekst, de vertaling, de bewerking, aan de dramaturgie, de regie, het spel? Aan van alles schort er wat. Geir Gulliksen werd voor zijn eerste toneeltekst uit 2012 genomineerd voor de Ibsen-prijs. Dat laat toch vermoeden dat de tekst an sich niet slecht is. Ligt het dan toch aan de bewerking? In de tekst die wij hoorden wordt veel herhaald, en er ontbreekt ook een spanningsboog.

Qua structuur zit het dan wel aardig. Twee mannen becommentariëren het lichaam van een poetsvrouw van buitenlandse afkomst. Een van heeft een relatie gehad met haar. Nadien gaat het over het lichaam van de man, van de andere man, van nog een man, opnieuw over de vrouw. Vaak zijn er twee personages aan het woord en geeft de derde (ook letterlijk) vanaf de zijlijn commentaar. Je hoort hoe een mens door de blik van anderen wordt bepaald. En dan vooral door uitspraken over diens lichaam, een lichaam waaraan schoenen zitten, waar kleding omzit, hoe lichamen elkaar aanraken of niet. Maar de woorden ‘lichaam’ en ‘naakt’ vallen wel veel, heel veel. De vele herhalingen maken het niet spannend, laat staan dat er een spanningsboog in het verloop zit en dat er sprake is van een ontwikkeling bij de personages.

Het spel is dan wel niet zo expliciet als de tekst, maar het is ook niet subtiel of suggestief. Het is gewoon vlak, monotoon, en saai. De regie is in handen van Derk Stenvers, die met dit project afstudeert. Het begin verloopt heel moeizaam. Ook het vervolg gaat gebukt onder stroefheid. Twee van de drie spelers, Cyriel Guds en Tine Cartuyvels, kennen we uit andere stukken. Guds zag ik spelen bij Phaedra van De Utrechtse Spelen en kwam daar goed uit de verf. Tine Cartuyvels zag ik schitteren in Boven water, een locatieproject van De Queeste van een paar jaar geleden in een regie van Suze Milius. Ik weet dat die spelers wat in hun mars hebben, maar dat kwam deze keer niet echt naar boven. De derde speler, Tom Jaspers, bleef als intrigant erg oppervlakkig.

Een lichaam is een voorstelling geworden die je zo snel mogelijk wilt vergeten. Het zijn natuurlijk ‘beginners’ die het stuk geënsceneerd en gemaakt hebben, en daar dien je begrip voor op te brengen. Het verbaast mij dat ervaren, professionele coaches op vlak van regie, spel en vooral dramaturgie niet op tijd hebben ingegrepen.